Triggerwarning: Let op er komt een heftig onderwerp aan bod, suïcidale dwanggedachten.

Begin juni vertrokken mijn broer en ik met onze mams naar Turkije om daar haar 80e verjaardag te vieren. We zouden een week verblijven in hetzelfde hotel waar onze ouders jaren geleden naartoe gingen. Aanvankelijk keek ik hier erg naar uit, maar naarmate de vertrekdatum dichterbij kwam, begonnen bij mij de spanningen en dwangklachten toe te nemen. Vanaf het moment dat mijn broer mij enthousiast een foto van ons hotel liet zien, begonnen mijn intrusies meer op de voorgrond te treden. Intrusies zijn hele enge gedachten (en in mijn geval ook verschrikkelijke beelden met betrekking tot hoge gebouwen) die ineens in je opkomen. Deze gedachten wil je niet uitvoeren, maar ze veroorzaken veel angst en onrust. Ik merkte dat ik weer last begon te krijgen van terugkerende gedachten en beelden waarin ik mezelf van een hoog gebouw naar beneden zag springen. Ik praatte erover met mijn partner en probeerde afleiding te zoeken, maar het dwangmonster werd steeds groter. Mijn grootste angst was dat mijn hotelkamer zich op grote hoogte zou bevinden en ik de controle over mezelf zou verliezen.

Nachtmerrie

Een paar dagen voor ons vertrek naar Turkije kreeg ik een nachtmerrie.

Ik bevond me ergens in een hotelkamer, welke zich op de hoogste verdieping bevond. Ik lag alleen in bed en kon de slaap niet vatten. Ik zag dat de schuifdeur naar het balkon openstond. Een zacht briesje kwam de kamer binnen. Ik stond op en liep naar het balkon. De hele wereld was in duisternis gehuld. Ik zou nu over de balustrade heen kunnen klimmen, ging het door mijn hoofd.

En op dat moment schoot ik wakker badend in het zweet. De dagen daarna moest ik hier geregeld aan terugdenken.

Aankomst in Alanya

Toen de piloot de landing inzette, vocht ik in stilte tegen mijn tranen. Ik wilde zo graag genieten van ons tripje samen, maar door de dwang lukte dat niet. Mijn moeder en mijn broer wilde ik hier niet mee belasten, omdat ik wist hoe zij naar dit reisje hadden uitgekeken. Ik voelde me schuldig en schaamde me dat ik dit soort verschrikkelijke dingen dacht, ook al weet ik dat ik daar niets aan kan doen.

In de verzengende hitte stapten we op een bus die ons naar het hotel in Alanya zou brengen. De rit voerde ons langs enorme resorts met tig verdiepingen. ‘Wat als straks blijkt dat mijn hotelkamer zich ook op zo’n grote hoogte bevindt?’ ging het almaar door mijn hoofd.

Wij werden als laatste afgezet bij ons hotel. Mijn moeder en ik gingen in de lobby zitten, terwijl mijn broer de kamers regelde. In de bus had ik tegen hem gezegd dat ik vanwege mijn hoogtevrees niet al te hoog wilde zitten. Dat leek me beter dan te zeggen dat ik weer intrusies had. Gespannen luisterde ik naar het gesprek dat hij voerde met de receptie, want stel nou dat alle kamers op de lagere verdiepingen al bezet zijn. Wat dan? Een- en tweehoog vind ik nog te doen, maar hoger liever niet.

Vanwege een prachtig uitzicht op zee nam mijn broer twee aangrenzende kamers op de derde etage, want lager zag je door de vele palmbomen de zee niet meer. Daar had ik ook wel weer begrip voor. Ik besloot er maar het beste van te maken.

Veilige cocoon

Op de hotelkamer nam ik het bed aan de linkerzijde, omdat dat het verst bij het balkon vandaan stond. Ik had van mijn partner twee knuffeltjes meegekregen (een konijntje en een koalabeertje), waar ik ‘s nachts tegenaan kon kruipen, als ik me angstig voelde. Ik zou elke avond onder het lakentje kruipen en proberen om met mijn rug naar het balkon toe in slaap te vallen, zodat ik dat niet hoefde te zien. Ik hoopte vurig dat het me zou lukken om de hele nacht door te slapen, zodat ik niet in het donker naar de balustrade zou lopen terwijl mijn broer nog in diepe rust was. Naast deze “veiligheidsmaatregelen” probeerde ik met het afgaan van rijtjes in mijn hoofd – ook wel mentale dwanghandelingen of compulsies genoemd – de dwangaanvallen af te weren. Het hielp mij o.a. om te bedenken hoeveel verdriet mijn dierbaren zouden hebben als ze me beneden levenloos zouden aantreffen of dat ik met een dwarslaesie in een rolstoel zou kunnen eindigen. Deze (mentale) dwanghandelingen en vermijding zijn niet de oplossing, omdat ze altijd maar even rust geven. Toch lukte het me maar niet om hier anders mee om te gaan.

Ik ben al ruim vier jaar stabiel en heb vrijwel geen intrusies meer, daarom schrok ik hier heel erg van. Het maakte me verdrietig. Door mijn jarenlange ervaring met intrusies weet ik dat deze niets zeggen over mij als persoon.

Exposure

Toen mijn mams voorstelde om elke ochtend samen koffie te drinken op haar balkon, bleek dit een goede exposure oefening te zijn. Terwijl zij binnen koffie maakte, zat ik alleen op haar balkon. De onrust die ik voelde liet ik maar over me heen komen. Haar aanwezigheid en onze fijne gesprekken waren voor mij een goede afleiding. Gaandeweg onze vakantie durfde ik op een ochtend zelfs met mijn ellebogen te leunen op haar balustrade om zo van het mooie uitzicht te kunnen genieten. En wanneer mijn moeder en broer aan het zwembad zaten en ik iets vergeten was in de hotelkamer, ging ik er alleen heen om het op te halen. Door steeds dwars door mijn angst heen te gaan, nam mijn zelfvertrouwen weer een beetje toe waardoor de dwang minder vat op me had. Zo kon ik toch nog genieten van de rest van ons verblijf.

Eenmaal weer thuis bij mijn lief was het dwangmonster weer net zo snel verdwenen als dat het gekomen was.

Désirée (46 jaar) schrijft voor de Angst, Dwang en Fobie stichting columns over haar leven met een dwangstoornis en welke impact dat op haar leven heeft. Ze is getrouwd, heeft een pleegdochter en woont in Friesland. Haar missies zijn het wegnemen van vooroordelen met betrekking tot psychische kwetsbaarheid en steun en herkenning bieden aan mensen die hier nog in stilte mee worstelen. Lees ook eerdere columns zoals:

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *