Trigger warning: in deze column komen stukken over de dood voor

Zoals jullie weten is schrijven datgene wat ik het liefste doe. Eigenlijk was ik al veel eerder van plan om weer een column te schrijven, maar door verdrietige omstandigheden in mijn privéleven eind vorig jaar kwam het maar niet van de grond. Ik verloor een oom op wie ik erg was gesteld en van wie ik niet goed afscheid heb kunnen nemen. Daarnaast moesten we afscheid nemen van een van onze geliefde schaapjes. Het andere schaapje bleek ook ernstig ziek en de kans was heel groot dat we haar ook zouden kwijtraken. Ik voelde me machteloos en had het gevoel dat er een mantel van somberheid om mij heen gedrapeerd zat, die ik maar niet kon uittrekken.

Wonder boven wonder kwam ons schaapje er toch weer bovenop. Nu loopt ze weer vrolijk mekkerend door de wei, vergezeld door een nieuw maatje. De somberheid die ik toen voelde is zo goed als verdwenen. Waar ik nog wel steeds mee worstel (en daar wil ik het graag in deze column over hebben) is het hebben van angst voor de angst en de paniekgevoelens die ik in het dagelijks leven soms nog ervaar.

Paniek in de Kalverstraat

Een tijd geleden was ik op bezoek bij een goede vriend in Amsterdam. Ik had er erg naar uitgekeken. We hadden elkaar lang niet gezien en hadden veel te bespreken. Bij De Bijenkorf dronken we koffie samen en vervolgens gingen we de stad in. Mijn vriend moest nog even bij een winkel in de Kalverstraat naar binnen. Ik had zin om even een sigaretje te roken en stond buiten op hem te wachten. Ineens merkte ik dat een paniekerig gevoel zich van mij meester maakte. Alles kwam op me af, het koude zweet brak me uit en ik had nauwelijks controle over mijn ademhaling. Het leek alsof ik niet voor of achteruit kon. Ik keerde mijn rug toe naar de druk shoppende mensenmenigte en hoopte dat het gevoel weer minder zou worden. Ik probeerde mijn aandacht te vestigen op dingen die ik voor me zag en dat lukte deels. Toen mijn vriend de zaak weer uitkwam, was de paniek weer grotendeels verdwenen. Ik besloot het er niet met hem over te hebben. Niet dat ik hem dat niet durf toe te vertrouwen, want het is een hele begripvolle jongen, maar het had meer te maken met het feit dat ik bang was dat het dan echt weer een ding zou worden. Ondertussen was ik me rot geschrokken, want dit afschuwelijke paniekgevoel had ik al in tijden niet meer gehad.

Bij station Amsterdam CS namen we afscheid en we besloten de volgende keer er niet meer zoveel tijd overheen te laten gaan voordat we elkaar weer zouden zien. In de trein naar huis dacht ik na over wat er vandaag gebeurd was en ik merkte dat ons plan om de volgende keer weer in Amsterdam af te spreken bij mij toch wat angst opriep, want stel dat ik dan weer een paniekaanval zou krijgen. Ik had echt last van angst voor de angst, waardoor ik bijna geneigd ben om die afspraak maar op de lange baan te schuiven.

Tripje naar Londen

Een paar maanden later ging ik met mijn partner naar Londen. Ik was er al lang niet meer geweest en wilde er graag weer eens naartoe. We zouden naar de Harry Potter studios gaan en een Banksy tentoonstelling bezichtigen. Allemaal leuke dingen waar ik veel zin in had. De reis naar Londen verliep voorspoedig. Ons hotel hadden we snel gevonden. En al gauw streken we neer op een terrasje voor een kop koffie. Ik keek mijn ogen uit. De stad is zo veranderd sinds een aantal jaar geleden dat ik hier met mijn broer was. Ik had helemaal geen last van de drukte en genoot ervan dat ik hier samen met mijn lief kon zijn.

De volgende dag stond de Banksy tentoonstelling op het programma. Onderweg daarnaartoe ging het eigenlijk best goed, totdat we in Regent Street kwamen. Een gigantisch drukke winkelstraat, geflankeerd door hoge oude gebouwen, met veel verkeer en vooral heel veel mensen. Daar werd ik weer overspoeld door dat paniekerige gevoel, het klamme zweet dat me uitbrak, de misselijkheid en kortademigheid. Geschrokken greep ik mijn partners arm vast ter ondersteuning. Ik wankelde op mijn benen en werd verlamd door angst. Gelukkig waren we al snel op de plaats van bestemming. Toen we eenmaal in het museum waren, zakte dat rotgevoel gelukkig weer. Ik heb het mijn partner wel meteen verteld en dat luchtte op. Ondanks dat dit gebeurd was, heb ik toch nog kunnen genieten van de tentoonstelling. De prachtige graffiti kunst van Banksy was voor mij een welkome afleiding. Ik genoot ook zo van het samenzijn met mijn lief dat de paniek zich gedurende de rest van ons verblijf niet meer heeft laten zien.

Station Leiden CS

Na ons tripje Londen ging mijn partner een dag eerder naar huis vanwege haar werk. Ik bleef een dagje langer in het Westen voor familiebezoek. Samen met mijn broer ging ik op bezoek bij een nicht van ons. Dat was op zich hartstikke gezellig. Vervolgens zou hij samen met mijn moeder mij naar station Leiden CS brengen. Daar namen we afscheid van elkaar. Het hondje van mijn moeder zou met mij meereizen naar Friesland. Ik zou een weekje op haar passen. Terwijl ik op het perron stond te wachten, merkte ik dat mijn hoofd een beetje vol zat door alle indrukken van de afgelopen dagen en dat ik me ook wel wat verdrietig voelde omdat mijn familie zo ver bij mij vandaan woont. En toen de trein het station binnenreed, kwam ineens de nare gedachte oppoppen dat ik voor de trein zou kunnen springen. Ik deinsde terug op het perron. Die intrusie had ik al een tijdje niet meer gehad. Pas nadat ik was ingestapt en een plekje had gevonden verdween deze weer. Door met mijn moeders hondje te knuffelen kon ik mezelf een beetje afleiden van wat er net gebeurd was.

Hoewel ik weet dat mijn intrusies, ook wel nare voorstellingen OCD of Harm OCD genoemd, geen verborgen wensen zijn maar een stoorzender in mijn hoofd, kunnen ze me soms nog flink angst aanjagen.

Tot slot

Zo’n vervelende ervaring heeft tot gevolg dat ik – net als met die paniekaanval die ik eerder beschreef – toch wel wat angstig word voor een volgende keer dat ik met de trein moet reizen, want stel nou dat ik die intrusie weer krijg. Ik zou dan bijna geneigd zijn om voortaan maar thuis in mijn eigen veilige coconnetje te blijven zitten. Maar gelet op mijn jarenlange ervaring met dwang weet ik dat dit niet de oplossing is. Vermijden van angst oproepende situaties geeft altijd maar tijdelijk geruststelling. De dwang is namelijk zo gewiekst, dat deze al gauw weer op iets anders gaat zitten waarover je gaat dwangen. In mijn geval heeft het altijd met de dood te maken. Dan kan ik bijvoorbeeld weer intrusies krijgen over scherpe messen, waardoor ik die weer uit de weg ga. Gelukkig heb ik er tegenwoordig minder last van dan vroeger, maar de dwang sluimert altijd op de achtergrond.

De beste optie is nog steeds de uitdaging blijven aangaan, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn, en je ervan bewust proberen te zijn dat de angstgevoelens vanzelf ook weer afnemen. En door erover te praten met mijn lief en de leden van mijn ADF lotgenotengroep voel ik me vaak ook weer sterker.

In deze column gaat het over intrusies: nare, opdringerige gedachten die zich blijven herhalen in je hoofd. Dit zijn dus geen wensen, maar stoorzenders. Denk je zelf wel aan zelfdoding? Heb je hulp nodig? Bel of chat met 113 zelfmoorpreventie. Klik hier voor meer informatie: https://www.113.nl/

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *