In eerdere blogs hebben jullie kunnen lezen dat een groot deel van mijn leven in het teken heeft gestaan van overleven in een omgeving vol angst en onveiligheid. Tegelijkertijd probeerde ik in stilte tevergeefs het verschrikkelijke monster dat dwang heet het zwijgen op te leggen. Maar wat ik niet eerder met jullie gedeeld heb, is dat ik ver voordat de dwang zich bij mij voor het eerst openbaarde al gebukt ging onder gevoelens van minderwaardigheid en eenzaamheid.
” Vanaf vandaag zal ik jullie maandelijks een inkijkje geven in mijn leven met een dwangstoornis. Ik schrijf voor mededwangers, hun naasten en iedereen die meer wil weten over deze veelal verborgen ziekte. Door open te zijn over mijn psychische kwetsbaarheid hoop ik het taboe dat nog steeds rust op OCD en psychische aandoeningen in het algemeen te doorbreken en meer begrip te creëren voor onze kwetsbare doelgroep.”
Ten tijde van het schrijven van deze blog, heb ik voor de tweede keer corona en zit ik in thuisquarantaine. Afgezien van verkoudheidsklachten en een rillerig gevoel, heb ik er eigenlijk niet zoveel last van en ben ik er ook niet door uit mijn doen. Gelukkig maar. Voorheen kwam de dwang nog wel eens om de hoek kijken als ik ziek was. Genesteld bij de warme kachel, met muziek van mijn favoriete band Radiohead op de achtergrond, besloot ik me maar weer eens aan het schrijven te wagen. Het is mijn voornemen om jullie de komende tijd weer wat vaker een inkijkje te geven in mijn leven met dwang. Misschien herken je je wel in mijn verhalen en kun je er steun aan ontlenen. Dat zou mooi zijn.
Triggerwarming: deze column kan confronterend zijn voor mensen met angst of dwang omtrent de dood.
Een nieuwe column van mijn hand heeft lang op zich laten wachten. Ik had volop ideeën in mijn hoofd, maar door mijn drukke leventje lukte het me maar niet om ze op papier te zetten. Nu heb ik eindelijk weer de rust gevonden om in de pen te klimmen, want schrijven is en blijft toch wel een van mijn favoriete bezigheden. Ooit hoop ik mijn droom om een autobiografie uit te brengen te verwezenlijken. Na jaren van schaamte- en schuldgevoelens over mijn dwangstoornis ben ik me er inmiddels van bewust hoe zinvol het is om mijn kwetsbaarheid te tonen. Dit blijkt ook uit de vele reacties die ik krijg van mensen die zich herkennen in mijn blogs en daar ook steun uit putten. Dit motiveert mij om het schrijven weer op te pakken. Tevens wil ik laten zien dat wij “dwangers” meer zijn dan alleen onze dwangstoornis. Dat wordt nog wel eens vergeten.
Bewogen jaar
Wanneer ik terugdenk aan vorig jaar dan kan ik alleen maar zeggen dat het een heel bewogen jaar is geweest met niet alleen mooie maar ook minder mooie momenten waarbij mijn intrusies (in mijn geval agressieve dwanggedachten over de dood) weer even om de hoek kwamen kijken. Op de momenten dat de dwang zich weer aandiende, was ik echt bang dat ik weer verstrikt zou raken in een eindeloze dwanggedachtenstroom. Ik ben niet gelovig, maar ik denk echt dat er een beschermengeltje op mijn schouders heeft gezeten om me ervoor te behoeden dat ik me weer zou gaan identificeren met mijn dwanggedachten.
Kitty
Eerder schreef ik over Kitty, een lief klein poesje dat vorig jaar bij ons kwam wonen. Kitty was een beestje met een bijzonder verhaal. Ze kwam uit een nestje bij onze 7-jarige pleegdochter thuis. Terwijl ik en mijn parter aan het nadenken waren over een toepasselijke naam kwam onze pleegdochter met de naam Kitty op de proppen. Kitty werd dikke vriendjes met ons Bulgaarse hondje Avi. Die twee waren onafscheidelijk tot de dag waarop Kitty in geen velden of wegen meer te bekennen was.
Samen met onze pleegdochter en onze naaste buren zochten we de hele omgeving af, maar Kitty leek wel van de aardbodem te zijn verdwenen. Die onzekerheid over waar ze zou kunnen zijn was vreselijk. Tijdens een van onze zoektochten zag mijn partner in de verte iets op het treinspoor liggen. Onze woning is gelegen aan een spoor waarop elke dag een boemeltreintje langsrijdt. Meteen vloog ik naar boven om mijn fotocamera te pakken in de hoop dat ik daarmee kon inzoomen op de plek waar mijn partner iets wits had zien liggen. Maar toen ik niets vermoedend door ons slaapkamerraam naar buiten keek, zag ik onze kat dood op de rails liggen. Die aanblik staat nog steeds op mijn netvlies gebrand.
Ik trilde over mijn hele lijf, terwijl mijn pleegdochter me meteen probeerde te troosten door te zeggen dat zij ervoor zou zorgen dat wij weer een kitten zouden krijgen als er weer een nestje bij hun thuis zou zijn. Dit kleine dappere meisje plengde geen traan, maar was vooral boos op de treinmachinist. Elke keer wanneer er weer een trein langsreed schreeuwde ze “Stomme rot trein!”Aangezien ik het niet aandurfde om te gaan kijken, is mijn partner met onze naaste buren naar het spoor gegaan. De buurvrouw vertelde dat er langs het spoor een hek openstond waardoor ze makkelijk bij Kitty konden komen. Dit hek zou later een rol gaan spelen in mijn intrusies. Toen mijn partner terugkwam met Kitty in haar armen kon ik niets anders doen dan huilen. In de loop der tijd was zij echt mijn maatje geworden. Hoe vaak zij wel niet naast mij heeft gezeten wanneer ik weer druk aan het werk was voor de ADF. Ik noemde Avi en Kitty wel eens gekscherend mijn collega’s. Samen met onze pleegdochter hebben we haar een mooi afscheid gegeven.
Het hek
Het hek waar mijn buurvrouw het over had was bij het veldje waar ik onze hond Avi altijd uitlaat. Nooit had ik er op gelet, maar nu werd ik me er ineens heel erg bewust van. Elke keer als ik langs het openstaande hek liep, kon ik het niet laten om er een blik op te werpen. Al gauw kwam de gedachte in mijn hoofd op dat ik door het hek zo het spoor op zou kunnen lopen en zo een einde aan mijn leven zou kunnen maken. Ondanks dat ik me realiseerde dat het mijn dwangstoornis was die weer een gemeen spelletje met me speelde als gevolg van de dood van Kitty, maakte het me toch bang want de mogelijkheid om het spoor op te stappen lag voorhanden. Iedere keer maar weer.
Mijn angst om het spoor op te stappen leidde er uiteindelijk toe dat ik ProRail maar gebeld heb met de vraag of ze het hek konden sluiten onder het mom van dat het gevaarlijk zou zijn voor de kinderen uit de buurt. Dat was het natuurlijk ook, maar eigenlijk gebruikte ik de medewerker van ProRail alleen maar om mezelf gerust te stellen. Dit sloeg natuurlijk nergens op, maar dit is wat mijn dwangstoornis met mij doet. Op zo’n moment vergeet ik gewoon even dat ik juist heel erg aan het leven hang en dat ik het niet in mijn hoofd zou halen om mijn leven voortijdig te beëindigen. Ik zou het niet eens durven. Maar de dwang en de daarmee gepaard gaande angst hebben dan de overhand.
Pas nadat de ProRail werklui het hekwerk hadden voorzien van een stevig slot, keerde bij mij de rust weer terug en kon ik mijn hond weer uitlaten zonder bang te zijn. Ook al kan ik vandaag de dag mijn dwang redelijk het hoofd bieden, dit soort gebeurtenissen laten zien dat de dwang toch altijd op de loer ligt waardoor ik geneigd ben om weer terug te kruipen in mijn eigen veilige bubbel. Het is en blijft een wankel evenwicht.
Sinds ik me kan heugen ben ik bang om mensen die me dierbaar zijn kwijt te raken. De oorsprong van deze angst ligt denk ik in mijn jeugd. Wanneer mijn ouders achter de gesloten deur van hun slaapkamer ruzie aan het maken waren, zat ik als meisje van een jaar of 5 altijd bovenaan de zoldertrap ingespannen naar hen te luisteren, klaar om in te grijpen wanneer het beneden uit de hand dreigde te lopen. Dan hoorde ik mijn vader de meest verschrikkelijke dingen schreeuwen tegen mijn moeder, waarop zij dan weer in huilen uitbarstte en hem tevergeefs smeekte om ermee op te houden. Ik was doodsbang dat hij mijn moeder wat zou aandoen. Die angst was niet helemaal ongegrond, omdat mijn vader mijn moeder ook wel eens geslagen heeft. Zo ben ik er als kind een keer getuige van geweest dat hij een oorbel uit mijn moeders oor sloeg. Daar ben ik toen ontzettend van geschrokken. Van jongs af aan zag ik het als mijn taak om mijn moeder tegen hem te beschermen. Dan rende ik de zoldertrap af, stormde hun slaapkamer binnen en trachtte ik tussenbeide te komen. Meestal begon mijn vader zich dan op mij af te reageren, waarop mijn moeder huilend probeerde om de boel te sussen. Maar daar trok hij zich niets van aan. Na zo’n woede-uitbarsting trok mijn vader zich altijd terug in zijn studeerkamer en brak er weer een lange periode van stilzwijgen aan. Dan liep hij zwijgend door het huis en was de spanning om te snijden. Ruzies werden nooit uitgepraat. En als de rust weer enigszins teruggekeerd was, deed hij net alsof er niets was gebeurd, kocht hij een bloemetje voor mijn moeder en daarmee was de kous af. Nog nooit heeft hij zijn excuses aangeboden. Zijn onvoorspelbare gedrag heeft bij mij en de rest van ons gezin – ik heb ook nog een vijf jaar jongere broer – zijn sporen nagelaten. Het heeft me gevormd tot de persoon die ik nu ben, een persoon met een dwangstoornis en trekken van een vermijdende persoonlijkheidsstoornis (dit houdt kort gezegd in dat ik confrontaties het liefst uit de weg ga, omdat ik niet voor mezelf durf op te komen en bang ben om gekwetst te worden) plus posttraumatische stressklachten. De afgelopen jaren heb ik er hard aan gewerkt om hiermee te kunnen dealen en als wonder boven wonder ben ik redelijk goed uit de strijd gekomen en sta ik vandaag de dag aardig mijn mannetje. De tijd dat ik nog over me heen liet lopen, is voorgoed voorbij. Maar goed, de angst om dierbaren kwijt te raken, maar ook om zelf dood te gaan, is er nog steeds.
Bobbeltje
Een maand geleden ontdekte mijn partner met wie ik nu ruim zeven jaar samen ben een bobbeltje boven haar sleutelbeen. Op dat moment had ze net haar eerste vaccinatie tegen corona gekregen en dacht ze dat het misschien daarmee te maken had, dat er iets ontstoken was of zo. Maar het bobbeltje ging maar niet weg, waarop mijn partner een afspraak bij de huisarts maakte. Deze constateerde behalve het knobbeltje boven haar sleutelbeen ook nog een verdikking bij haar rechterborst. Hij dacht aan een ontstoken melkklier, maar besloot haar toch door te verwijzen naar het plaatselijke ziekenhuis om een echo en foto’s te laten maken voor de zekerheid. Vrijwel meteen sloeg bij mij de schrik toe, want stel dat het foute boel is. Die verschrikkelijke gedachte laat me de afgelopen paar weken maar niet los. Ik moet er niet aan denken om haar kwijt te raken en alleen over te blijven in het grote huis waar we nu met onze twee huisdieren wonen. Die angst is zo groot dat ik de afgelopen dagen meerdere keren in huilen ben uitgebarsten. De onzekerheid over wat er met haar aan de hand is, is killing! Tegelijkertijd voel ik me hier ook schuldig over, omdat ik mijn partner niet met mijn schrikbeelden wil opzadelen. Maar goed, het liefste wil ik nu meteen 100 procent zekerheid hebben dat ze niets ernstigs mankeert, maar dat kan niet. Er is ook niemand die die onzekerheid bij mij kan wegnemen. Er zit niets anders op dan te wachten tot en met de afspraak op 28 april aanstaande. Als het goed is krijgt ze na de foto’s en de echo meteen de uitslag. Ondertussen probeer ik maar afleiding te zoeken in mijn vrijwilligerswerk voor de ADF en wandelen met mijn hond Avi, wanneer mijn partner aan het werk is in het ziekenhuis. Dat lukt op zich aardig, maar wanneer ik even niets aan het doen ben komen die schrikbeelden weer opzetten en slaat de schrik me om het hart.
Verlamming van Bell
In 2016 werd ik van de een op andere dag geconfronteerd met een aangezichtsverlamming. Mijn partner kwam thuis na een tandartsafspraak en zag dat mijn mond scheef stond. Ik had het zelf nog niet eens in de gaten, totdat ik in de spiegel keek en zag dat de hele rechterzijde van mijn gezicht verlamd was. Ik zag er niet uit. Toen ik de doktersassistente belde, moest ik meteen naar de praktijk komen. In eerste instantie werd gedacht aan een beroerte, maar daar was volgens mijn huisarts waarschijnlijk geen sprake van. Hij dacht aan de ziekte van Bell, een tijdelijke aangezichtsverlamming waarbij de oorzaak buiten de hersenen ligt,namelijk in de zevende hersenzenuw (zie voor meer informatie https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/eenzijdige-aangezichtsverlamming-ziekte-van-bell). Voor de zekerheid verwees hij me door naar het ziekenhuis. Ook de neuroloog vermoedde dat daar sprake van was, maar hij sloot ook niet uit dat er iets in mijn hersenen zou kunnen zitten dat dit veroorzaakte. De gedachte dat ik een hersentumor zou kunnen hebben, deed me tijdens het gesprek met de neuroloog meteen in huilen uitbarsten. Alsof mijn wereld verging. Dezelfde week kreeg ik nog een MRI-scan om een en ander uit te kunnen sluiten. De uitslag zou ik pas een week later krijgen. Een week lang heb ik tussen hoop en vrees gezweefd. Hoewel ik ontzettend veel steun van mijn partner en bezoekjes van dierbaren kreeg, konden zij die verschrikkelijke angst niet wegnemen. Ik vreesde echt dat ik het einde van het jaar niet zou halen en ik zag ook steeds voor me hoe mijn partner en vrienden bloemen legden op mijn graf en vervolgens de begraafplaats weer verlieten. Op een gegeven moment trok ik het niet meer en besloot ik het ziekenhuis te bellen met de vraag of ik de uitslag eerder kon krijgen, omdat mijn angst zijn tol begon te eisen. Gelukkig was dat toen mogelijk en kreeg ik al gauw te horen dat het inderdaad een aangezichtsverlamming van Bell was. Meteen kreeg ik een stootkuur Prednison toegediend en na drie weken had ik eindelijk mijn normale gezicht weer terug. Restverschijnselen zijn gelukkig uitgebleven.
Niets is zeker
Als ik een ding moeilijk vind in het leven, is dat niets in het leven blijvend is. We krijgen allemaal op een zeker moment in ons leven te maken met het verlies van dierbaren en ook wijzelf blijven niet eeuwig op deze aardkloot rondlopen. Aangezien dit me best wel parten speelt, ben ik aan het rondkijken wat mij zou kunnen helpen om met deze onzekerheid om te gaan. Ik ben er nog niet helemaal uit, maar zeker is wel dat ik iets moet ondernemen, zodat mijn leven weer draaglijker wordt.
Positieve ontwikkelingen
Al geruime tijd gaat het heel goed met mij. De dwang houdt zich koest, zodat ik met volle teugen kan genieten van alle mooie en bijzondere dingen die ik doe. Zo mocht ik onlangs voor vrijwilligersorganisatie Stjoer (Stjoer staat voor eigen regie en het stuur in eigen handen nemen als je te maken hebt met een psychische/sociale kwetsbaarheid) een online presentatie geven over mijn herstel aan een gebiedsteam in Friesland. In een van mijn eerdere blogs heb je kunnen lezen dat het begrip herstel niet dezelfde betekenis heeft als genezing, maar inhoudt dat je je leven ondanks je psychische beperking weer hebt weten op te pakken. De bedoeling van deze ervaringsbijeenkomsten is om onder andere gebiedsteams voor te lichten hoe ze het beste kunnen omgaan met cliënten met een psychische/sociale kwetsbaarheid, zoals bijvoorbeeld dwang, autisme of verslavingsproblematiek. Natuurlijk vond ik het van tevoren heel spannend, omdat het de eerste keer was dat ik mijn ervaringsverhaal ging presenteren aan een groter publiek. Maar de zenuwen verdwenen al snel toen ik begon met het vertellen van mijn verhaal. Ik vond het een geweldige ervaring. De positieve feedback die ik na afloop kreeg geeft mij kracht en stimuleert mij om hiermee door te gaan.
Rubensvrouw met een medicijnbuikje
Ik ben zo ontzettend dankbaar voor het feit dat ik na jaren in stilte strijd te hebben geleverd tegen mijn dwangstoornis mijn leven weer op de rit heb weten te krijgen. Toch zijn er nog een paar dingen in mijn leven waar ik vandaag de dag nog mee worstel. Ten eerste is dat mijn overgewicht. Sinds dat ik begonnen ben met het slikken van medicatie voor mijn dwang ben ik tientallen kilo’s aangekomen. Aanvankelijk kreeg ik allerlei antidepressiva voorgeschreven, maar toen dat niet afdoende bleek werden daar in 2012 nog antipsychotica aan toegevoegd en die combinatie werkt op zich goed tegen dwang, alleen is het me sindsdien niet meer gelukt om op een gezond gewicht te blijven en daar baal ik af en toe stevig van, vooral als ik naar mezelf in de spiegel kijk. Dan zie ik dat de slanke meid die ik ooit was gedurende de jaren is veranderd in een Rubensvrouw met een medicijnbuikje (de term medicijnbuikje heb ik overigens niet zelf bedacht. Een therapiegenoot in het AMC ziekenhuis die met hetzelfde worstelde, kwam met deze term ooit op de proppen .). Kon ik aanvankelijk mijn fraaie rondingen nog redelijk appreciëren, vooral omdat ik nu eindelijk volle borsten heb, nu zitten ze me in de weg.
Ik sta al een tijdje onder controle van een diëtiste, maar op de een of andere manier slaag ik er maar niet in om me te houden aan het koohydraatarme dieet dat zij mij heeft voorgeschreven. Elke keer zwicht ik weer voor lekkere dingen, waardoor ik me schaam om op haar spreekuur te verschijnen en de neiging heb om onze afspraken dan maar te verzetten. Maar dit schiet natuurlijk niet op!
Rookverslaafd
Behalve mijn problemen met mijn gewicht heb ik sinds mijn baanverlies ook nog te kampen met een rookverslaving. Voordat ik definitief thuis kwam te zitten, rookte ik af en toe voor de gezelligheid wel eens een sigaretje op feestjes en daar bleef het dan bij. Maar toen ik zonder werk op straat kwam te staan, werd de sigaret mijn beste vriend. Roken gaf mij de rust waar ik zo naar verlangde. Inmiddels weet ik wel dat dit nergens op slaat. Roken geeft juist stress, want zodra je je peuk hebt uitgedrukt voel je al gauw ontwenningsverschijnselen die je weer een nieuwe sigaret doen opsteken. Ondanks dat ik weet dat ik verkeerd bezig ben, is het me nog niet gelukt om de dag door te komen zonder een pakje Lucky Strikes. Wat ook nog meespeelt is het feit dat ik tijdens twee eerdere halfslachtige stoppogingen weer veel last begon te krijgen van mijn dwang. Het stoppen met roken leverde toen zoveel stress op dat ik binnen no time weer van de ochtend tot de avond in beslag genomen werd door dwanggedachten en levendige beelden over een einde aan mijn leven maken. Ik werd er heel verdrietig en somber van. Uiteindelijk raakte ik zo in paniek dat ik besloot om maar weer aan de bel te trekken bij mijn oude behandelaar. Uit de vragenlijsten die ik toen moest invullen, kwam naar voren dat ik op dat moment balanceerde op het randje van een depressie. Toen heb ik samen met mijn behandelaar besloten dat het voor mij nog niet het juiste moment was om met het roken te stoppen. Dus ging ik maar weer door met het kopen en verslinden van vele dure pakjes sigaretten, me ondertussen erbij neerleggend dat het me toch nooit zou lukken om hiervan af te komen. En inderdaad toen ik weer begon met roken, verdween de dwang ook weer naar de achtergrond en keerde de “rust” weer terug.
Vicieuze cirkel
Ik ben nu op een punt gekomen dat ik mijn oude gewoontes van het nuttigen van te grote maaltijden, snoepen en teveel roken wil doorbreken. Ik ben me ervan bewust dat dit niet gemakkelijk zal zijn, omdat stoppen met roken in de meeste gevallen ook weer kan leiden tot gewichtstoename plus dat ik uit ervaring weet dat mijn dwang hierdoor getriggerd kan worden. Vooral dat laatste vind ik beangstigend, omdat het bij mij nooit een kwestie is van maar een beetje last hebben van dwang. Als ik een terugval heb, raak ik altijd meteen volledig in de greep van mijn dwangstoornis. Dan lopen de dwanggedachten en beelden over een zelfgekozen dood en mijn eigen gezonde gedachten in elkaar over, waardoor ik ze niet meer zo goed van elkaar kan onderscheiden en ik een heel bang wezentje word. Hier zit ik natuurlijk niet op te wachten. Tegelijkertijd hangt de angst om ernstig ziek te worden door het roken en mijn overgewicht steeds als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Deze vicieuze cirkel zal ik moeten doorbreken, wil ik nog wat langer mee kunnen draaien op deze aardbol.
De doorslag
Een paar weken geleden kreeg ik van de een op andere dag last van oorsuizen. Het leek wel alsof er de hele dag krekels in mijn oren zaten te tjirpen. Ik werd er niet goed van en besloot na lang wikken en wegen toch maar even een bezoekje aan de huisarts te brengen. Ik zat er best wel over in, want stel dat het tinnitus was (de wetenschappelijke benaming van oorsuizen terwijl er geen geluidbron in de buurt is) dan kwam ik hier misschien nooit meer van af. Ik was ook bang dat het geluid almaar harder zou worden en dat ik dan helemaal gek zou worden. Allerlei worst case scenario’s flitsten door mijn hoofd, waardoor het me moeite koste te focussen op leuke dingen. In zekere zin heb ik toch ook wel wat last van ziektevrees. Ik zie er altijd tegenop om naar de huisarts of wat voor arts dan ook te gaan. Ik ben altijd bang dat ik dan misschien wat ernstigs onder de leden heb. Uiteindelijk heb ik toch maar een afspraak gemaakt en wat bleek tijdens mijn bezoek aan de huisarts…de veroorzaker van mijn oorsuizen is het feit dat ik rook. Roken tast onder andere de bloedvaten aan in het oor, waardoor de doorbloeding vermindert in het slakkenhuis. Hij adviseerde me om te stoppen met roken en dan niet cold turkey, maar door elke week een sigaretje minder te roken. Door te stoppen met roken kunnen mijn tinnitusklachten weer verminderen. Toen ik hem vertelde dat ik dan ongetwijfeld weer last zal krijgen van mijn dwang, vertelde hij me dat dat helaas een afkickverschijnsel is, maar dat ik me ook moet realiseren dat ook dat weer overgaat. Opgelucht dat mijn oorsuizen slechts van tijdelijke aard is, keerde ik vol goede moed weer huiswaarts. Daar wierp ik mijn blik op mijn pakje peuken en besloot om in plaats van de algemene dagelijkse hoeveelheid van ongeveer twaalf sigaretten er nu elf klaar te leggen.
Nu Nederland in lockdown is gegaan, blikt Desiree terug op gebeurtenissen in het afgelopen jaar in haar leven. Het was een jaar van huidhonger, verwelkomen en afscheid nemen.
Herstellen van je aandoening is geen vastomlijnd proces en verschilt van ‘genezen’. Desiree bespreekt in haar blog van augustus 2020 de 4 fasen van herstel.
Een nieuwe maand, dat betekent een nieuwe blog van Desiree! Zoals altijd openhartig geschreven, deze keer over het aangeven van persoonlijke grenzen.
Nu onze hectische prestatiegerichte maatschappij grotendeels is lamgelegd door het coronavirus, zou je haast vergeten dat er ook nog een leven naast corona bestaat, een leven vol leermomenten.
In mijn vorige blog had ik het erover hoe belangrijk het is om dagelijks stil te staan bij je “innerlijke weertje”. Met andere woorden je stelt jezelf de volgende vragen: hoe voel ik me vandaag, wat gaat er in mijn hoofd om en welke ongemakken voel ik in mijn lijf? Nou, ik kan jullie zeggen dat het de afgelopen maand niet heel goed gesteld was met mijn mentale weersgesteldheid.

Ook interessant
Contact
Hoofdstraat 122
3972 LD Driebergen-Rijsenburg
info@adfstichting.nl
tel: 0343 – 518080
Rekeningnummer:
NL03 INGB 0000 9157 43
KvK 41172279