Dwangbubbel

Af en toe word ik overvallen door het gevoel dat het leven aan mij voorbijgaat zonder dat ik dat in de gaten heb. Dit komt doordat ik vanaf mijn veertiende een groot deel van mijn leven in een “dwangbubbel” heb doorgebracht, waardoor er geen ruimte was voor andere dingen in het leven. In de nieuwe roman van John Green, getiteld “Schildpadden tot in het oneindige”, geeft de hoofdpersoon Aza Holmes, die worstelt met haar dwanggedachten, treffend weer hoe het is om een dwangstoornis te hebben. Zij zegt op een gegeven moment: “Maar wat pas echt eng is (…), dat is almaar draaien in steeds nauwere wenteling. Dat is opgezogen worden door een draaikolk die je wereld kleiner en kleiner maakt, zo klein dat je alleen nog maar ronddraait zonder van je plaats te komen, opgesloten in een gevangeniscel die precies zo groot is als jij, tot je ten slotte beseft dat je niet ín een cel zit. Je bént de gevangeniscel.” Dit verwoordt precies hoe ik me de afgelopen jaren heb gevoeld en op sommige momenten waarop de dwang de boventoon voert nog steeds voel, namelijk gevangen in mijn eigen hoofd. Op die momenten ben ik zo druk bezig met mijn dwang dat ik niet in de gaten heb dat de tijd in rap tempo voorbij strijkt. Inmiddels ben ik een vrouw van 41 jaar.

Kinderwens

Ik ben altijd gek geweest op kinderen. Ik heb tijdens mijn studententijd heel wat opgepast op kinderen van vrienden. Ik genoot van de leuke dingen die we samen deden, zoals shoppen of een film kijken op een regenachtige middag. De grappige manier waarop zij uit de hoek kwamen, hebben me dikwijls doen dubbel liggen van het lachen. Sinds dat ik samen ben met mijn huidige partner, mag ik me de trotse tante noemen van vier fantastisch meiden. Ik vind het geweldig om hen te zien opgroeien tot zelfstandige individuen met elk een eigen willetje. Nu mijn dwang niet meer zo heftig is als toen ik nog werkzaam was in de drukke strafrechtspraktijk, is er in mijn hoofd langzamerhand meer ruimte ontstaan om na te denken over mijn leven, meer in het bijzonder het feit dat ik zelf toch wel heel graag kinderen had willen krijgen. Wanneer ik jongere vrienden van mij enthousiast hoor praten over de vervulling van hun kinderwens, besef ik tegelijkertijd meer dan ooit dat dit –gelet op mijn leeftijd en het gebruik van medicatie – voor mij een gepasseerd station is. Dit maakt mij verdrietig en ook boos, omdat mijn leven zo’n lange tijd overschaduwd is geweest door die ellendige dwang. Begrijp me niet verkeerd! Ik gun mijn vrienden al het geluk van de wereld, maar soms vind ik die gesprekken zo confronterend. Gelukkig kan ik hier met mijn partner goed over praten, maar dit neemt niet weg dat het verdriet over mijn onvervulde kinderwens er nog steeds is. Ik moet het een plaats geven, maar ik weet nog niet zo goed hoe ik dat moet doen. Inmiddels hebben mijn partner en ik ons aangemeld voor pleegzorg en ik hoop van ganser harte dat ze mij een kans geven en dat ze verder kijken dan alleen mijn dwang en dat ze begrijpen dat het hebben van een dwangstoornis in mijn geval niet betekent dat ik niet voor kinderen zou kunnen zorgen. Ik heb nog zoveel liefde om te geven. Het enige wat ik nu kan doen is het gesprek met pleegzorg open aangaan en afwachten.

Ouders

Waar ik ook moeite mee heb, is het feit dat ik mijn ouders steeds ouder zie worden en dat dit gepaard gaat met de nodige gebreken. Zo hebben we het afgelopen jaar mijn vader moeten verhuizen naar een verpleegtehuis, waar hij de laatste jaren van zijn leven zal doorbrengen op een gesloten afdeling. Ongeveer zeven jaar geleden kreeg hij de diagnose Alzheimer/frontotemporale dementie. De zorg voor hem werd voor mijn moeder te zwaar. Uiteindelijk is toen besloten om hem op een lijst te zetten voor opname. Ook al wisten we met z’n allen dat dit moment eraan zat te komen, het blijft heftig om een van je ouders achter te moeten laten in een verpleegtehuis. Dergelijke gebeurtenissen drukken je wel even met de neus op de feiten. Ik moet er niet aan denken dat mijn ouders er ooit niet meer zullen zijn. Tegelijkertijd ben ik me ervan bewust dat afscheid nemen bij het leven hoort.

Mijn voornemen voor 2019

Ik denk dat de meesten van jullie het wel met me eens zullen zijn, wanneer ik zeg dat negatieve levenservaringen langer in het geheugen gegrift blijven dan positieve. Hierdoor worden kleine momenten van geluk vaak over het hoofd gezien. Mijn voornemen voor 2019 is dan ook dat ik meer ga stilstaan bij die dingen waar ik dankbaar voor ben, zoals het feit dat ik ondanks mijn dwang zoveel heb bereikt, namelijk dat ik me nu mag inzetten voor onze kwetsbare doelgroep. Dat vind ik een groot goed. Daarnaast ben ik dankbaar voor het feit dat mijn lieve en begripvolle partner in mijn leven is gekomen en natuurlijk, niet te vergeten, mijn trouwe viervoeter die me vergezelt op mijn levenspad. Vooruitkijken in plaats van achterom kijken wordt mijn nieuwe levensmotto.

Lees ook andere blogs van Desirée