Wanneer je een dwangstoornis hebt, blijft het lastig om je naaste omgeving uit te leggen waar je nu precies last van hebt. Ik kan me herinneren dat de bedrijfsarts van de rechtbank, waar ik toen werkzaam was, aan mij ooit letterlijk de vraag stelde of ik ook dingen zag vliegen. Het enige wat toen in mijn hoofd opkwam, was dat deze man er helemaal niets van begreep. Ik had toen ook niet de behoefte om daar nog verder op in te gaan. Op mijn werk zei een collega ooit tegen mij “Jij bent toch niet ziek, je ziet er zo gezond uit!” alsof ziek zijn altijd zichtbaar is. En dan waren er van die mensen die zeiden “Oh dat heb ik ook wel eens” en daarmee volledig voorbij gingen aan de ernst van deze psychische aandoening. Toen ik in het UWV traject belandde, liep ik tegen dezelfde muur van onbegrip op. Zo had mijn jobcoach het lumineuze idee bedacht om mij in een callcenter te plaatsen. Eventueel kon ik ook nog aan de slag in de bediening van een pannenkoekenrestaurant in the middle of nowhere. Ik zag de bui al hangen. Ten eerste zou ik in een callcenter helemaal gestrest raken van de continu rinkelende telefoons en de targets die gehaald moeten worden en ten tweede zouden de bestellingen in het restaurant alleen maar in het honderd lopen, omdat ik ze met mijn beneden gemiddelde werkgeheugen en mijn probleem met multitasken nooit allemaal zou kunnen verwerken. De druk die toen op mij werd uitgeoefend veroorzaakte – je raadt het al – weer een OCD terugval.

Afhankelijk van de context

Tot op de dag van vandaag vind ik het nog steeds spannend om te vertellen waar ik nu precies last van heb. Ik vergelijk het wel eens met uit de kast komen, alleen vind ik het makkelijker om te vertellen dat ik op vrouwen val dan te vertellen dat ik een dwangstoornis heb. Toen ik mijn eerste blog had geschreven voor de ADF site en mijn partner voorstelde om deze te delen op Facebook met vrienden en andere bekenden vond ik dat best spannend, omdat niet iedereen van mijn dwangstoornis op de hoogte was en nu geconfronteerd werd met mijn meest kwetsbare kant. Achteraf ben ik blij dat ik het gedaan heb. Ik heb zoveel positieve reacties ontvangen, waardoor ik me alleen maar nog meer gesterkt voel in het opkomen voor de belangen van onze kwetsbare doelgroep. Wat mij ook heeft geholpen, is het feit dat ik er de afgelopen jaren veel over heb gelezen, waardoor ik nu nog beter in staat ben om in duidelijke bewoordingen uit te leggen wat dwang nu precies is en wat het met mij doet. Daardoor heb ik ook een beter inzicht in mezelf als persoon gekregen. Toch zal ik mijn besluit om wel of niet openheid van zaken te geven over mijn aandoening altijd laten afhangen van de context. Wanneer ik bespeur dat mensen niet openstaan voor mijn verhaal, dan bespaar ik mezelf de moeite.

Nog even terugkomend op mijn werk bij de rechtbank. Toen mij pijnlijk duidelijk werd dat ik mijn baan door mijn dwangstoornis zou kwijtraken, heb ik een mail gestuurd naar al mijn collega’s van de strafsector met daarin de uitleg over wat er met mij aan de hand was. Ik had immers toch niets meer te verliezen. Een overvolle mailbox met positieve en bemoedigende reacties was daarvan het gevolg.

Enkele tips

Ik kan me voorstellen dat je niet bepaald staat te springen om te vertellen dat je een dwangstoornis hebt, omdat je vaak ook nog te maken hebt met gevoelens zoals schaamte, angst voor onbegrip en/of afwijzing. Wat dat betreft is het hebben van een gebroken been makkelijker, omdat het zichtbaar is en na een aantal weken rust weer overgaat. Toch wil ik jullie wat tips meegeven wat het hopelijk makkelijker maakt om er open over te zijn. Ten eerste zoek informatie over wat een dwangstoornis nu precies inhoudt. Veel bruikbare informatie heb ik gevonden op de site van de ADF Stichting, maar ook in boeken zoals “Het duiveltje van de geest” van Lee Baer, “Vals Alarm” van Menno Oosterhoff en de bundel “Moeten en moed” van Nynke Mulder en Véronique Poll die verhalen bevat over het leven met een dwangstoornis. Ten tweede raad ik je aan iemand in vertrouwen te nemen in plaats van er jaren in je eentje mee rond te lopen zoals ik heb gedaan. Onthoud dat een dwangstoornis niet iets is om je voor te schamen. Het zegt niets over jou als

persoon. Bovendien ben je niet de enige die hiermee worstelt. Dit werd mij duidelijk toen ik voor de eerste keer naar een OCD lotgenotengroep ging. Nog nooit heb ik in mijn leven zoveel herkenning en wederzijds begrip ervaren. Mocht dat een te grote stap voor je zijn, dan kun je je ook nog aanmelden voor de besloten OCD Facebookgroep NL/B, een veilige omgeving waarin je je verhaal kwijt kunt. Ik heb daar veel steun aan. Ik zou ook niet te lang wachten met het maken van een afspraak met je huisarts, omdat die je kan doorverwijzen naar een zorgprofessional op het gebied van angst en dwang.

Verder wil ik nog wijzen op de site van Samen Sterk Zonder Stigma. Daar kun je onder andere handvatten vinden om psychische problematiek bespreekbaar te maken op het werk. Ik kan dit soort ontwikkelingen alleen maar toejuichen.

Er rest mij nu niets anders dan jullie hele fijne rustige feestdagen toe te wensen en een zo dwangvrij mogelijk 2019!

Lees ook andere blogs van Desirée