Berichten

Vandaag de dag lezen we veel over angststoornissen bij jongeren. En terecht, want het vroeg onderkennen van deze stoornis en het behandelen ervan kan veel leed nu en vooral in de toekomst voorkomen. Ik heb al ongeveer 40 jaar regelmatig last van een angststoornis, met alle bekende symptomen en gevolgen van dien. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan paniekaanvallen en hyperventilatie. De gevolgen hiervan kunnen erg groot zijn. Je huis niet meer uit durven, niet reizen met de auto of trein, evenementen met groepen mensen vermijden en op vakantie gaan is praktisch uitgesloten. Je wereld wordt steeds kleiner, waardoor je in een isolement kunt raken.

Medio 1985 merkte ik dat ik steeds vaker bepaalde situaties vermeed. Mijn toenmalige huisarts was onvoldoende op de hoogte van het fenomeen angst-stoornis en de mogelijkheden om door
te verwijzen waren beperkt.

De veelal bekende medicijnen werden voorgeschreven om mijn emoties af te vlakken of in ieder geval enigszins in toom te houden. Daar ben ik al vrij snel mee gestopt. Nu huldig ik het principe: ‘Als mijn gedachten zo sterk zijn dat ze mij angstig kunnen maken, dan moeten ze ook zo sterk zijn om het tegendeel te bewerkstelligen.’ Inmiddels zijn er overigens wel medicijnen die ondersteunend kunnen werken.

Gelukkig voor de huidige jongeren weten we tegenwoordig veel meer over angst/paniek aanvallen en wordt die kennis met name door de inspanningen van de stichting ADF gedeeld. Dat is voor mij ook de belangrijkste reden om er hierover te schrijven.

Jaren later volgde voor mij een dag opname met verschillende therapieën. Ik had er baat bij. De angst was zeker niet in zijn geheel verdwenen, maar was redelijk hanteerbaar zolang ik binnen de hokjes kleurde. Mijn leven werd en wordt er op verschillende gebieden nog steeds door bepaald.

Inmiddels reis ik wel met de trein en auto (zie eerdere columns hierover op de website van de ADF stichting). En ik ga ook naar het theater/schouwburg. Prima uiteraard, maar dan moet ik wel rekening houden met mijn angststoornis. Ik wil een plaats aan het gangpad en zeker niet midden in de rij. Een snelle escape voor het geval dat het angstmonster verschijnt is essentieel. Daarom regel ik vaak de plaatsen en bepaal of we gaan. In feite ga ik nog steeds een aantal zaken uit de weg vanwege mijn angsten.

En hoe leg ik dat uit als iemand mij spontaan opbelt en zegt “Ik heb twee kaarten midden in de rij voor het podium, vooraan in het theater”. Gaan, met alle risico’s van dien? Of niet gaan? En welke verklaring wil ik daarbij geven?

Dit is slechts een klein voorbeeld hoe deze (niet zichtbare) stoornis mijn leven bepaalt.

Kan ik genoegen nemen met een situatie die me rust geeft, maar minder biedt dan ik zou willen? Of wil ik voor meer gaan en creëer ik daarmee veel onrust, zonder enige garantie op succes en wel een redelijke kans op een terugval. Bijna elke dag ben ik met dat soort vragen bezig, zonder dat dit zichtbaar is.

Naarmate je ouder wordt, realiseer je je steeds meer dat er steeds minder jaren overblijven om je dromen na te jagen die je altijd vanwege de angststoornis hebt vermeden. De vraag is nu hoe daarmee om te gaan. Met een statistische eindleeftijd van circa 80 jaar liggen de meeste jaren al achter mij en haalt de tijd mij nu in.
Blijf ik de weg die ik het beste ken volgen en hopen dat ik niet val, of onderneem ik eindelijk die uitgestelde acties en spring ik naar het onbekende?

Vallen of springen?

Meer van mijn columns over mijn angststoornis:

https://adfstichting.nl/category/column/columns-van-gerrit/

Deze column is verschenen op Seniorenwijzer: Vallen of springen?

“Wanneer kom je nu eens naar Amsterdam?” vraagt mijn dochter. Ik weet dat ik het bezoek niet weer kan en wil uitstellen. In een overmoedige bui zeg ik dat ik volgende week kom. Na die moedige toezegging begint het grote piekeren.

Om te beginnen de vraag: “Hoe ik vanuit de provincie naar de hoofdstad zal reizen? Met de trein of met de auto? De trein heeft een hoop nadelen. Bijvoorbeeld: een behoorlijk volle trein zal sowieso het angstmonster wakker maken waarna het gevecht in mijn hoofd zal losbarsten. Verder heb ik niet zelf in de hand wanneer ik kan uitstappen als het angstmonster zijn overwinning ruikt. Toch kies ik dit keer voor de trein.

In het begin valt het nog wel mee. De trein stopt praktisch iedere 10 km bij een plaats en ik zou er dus uit kunnen. De escape! Met die gedachte kan ik het angstmonster nog wel de baas. Gesterkt door de nodige therapieën en de zekerheid van een pilletje in mijn broekzak brengt de trein mij tot Arnhem, waar ik de intercity naar Amsterdam Amstel moet nemen.

Gesterkt met de gedachte dat het eerste traject goed is verlopen, stap ik in de intercity die uiteraard redelijk vol is. Ik vind gelukkig een plaats aan het raam en dat is goed. Naar buiten kijken geeft afleiding en dringt het angstmonster verder terug. Dan denk ik toch: veronderstel dat ik “niet lekker wordt” of dat ik het benauwd krijg, duizelig wordt, steken op mijn borst krijg of ga hyperventileren? Iedereen zal wel zien dat ik een paniekaanval heb. Brullend rent het angstmonster op me af!

Het beest heeft me bijna te pakken als ik onderdelen van het geleerde tijdens de vele therapiesessies naar voren haal. Denk aan je ademhaling! Wat is het ergste wat je nu kan overkomen? Ook pak ik mijn telefoon om een afleidingspel te spelen. Heel langzaam merk ik dat mijn gedachten niet meer aan de haal gaan met de vreselijke scenario’s die ik voor me zag. Het angstmonster loopt langzaam terug naar zijn hok en kijkt af en toe nog achterom. Ik voel me sterker, doordat ik deze aanval heb afgeslagen. Toch weet ik dat het beest constant op me blijft loeren om me aan te vallen.

Gespannen, maar voldaan kom ik aan in Amsterdam. Op naar het volgende avontuur….

Gerrit Bosboom

PERSBERICHT

Mensen met paniekstoornis krijgen geen coronavaccinatie

DRIEBERGEN, 16 juni 2021 – Mensen met een ernstige angststoornis durven niet naar een GGD-priklocatie. Ze hebben prikangst, zijn vanwege smetvrees bang om besmet te raken met corona of ze durven hun huis niet uit vanwege paniekaanvallen.

De Angst Dwang Fobiestichting roept demissionair minister Hugo de Jonge op om mee te denken over een oplossing. “Onze telefonische hulplijnen staan roodgloeiend met verontruste telefoontjes van mensen met angst en dwangklachten”, zegt directeur Marjolijn van Kooten. “Ze willen wel beschermd worden tegen het coronavirus, maar zijn bang om naar de GGD-priklocatie te gaan.”

Topje van de ijsberg
Ruim 1 miljoen Nederlanders kampt met een angststoornis die hun dagelijks leven in ernstige mate negatief beïnvloedt. Daarvan durft naar schatting een op de drie niet naar een priklocatie. “Mensen met angstklachten zijn niet altijd even assertief en laten niet snel van zich horen”, volgens Gert-Jan Hendriks, bijzonder hoogleraar in de behandeling van angstoornissen. “De mensen die naar de ADF stichting bellen vormen nog maar het topje van de ijsberg.”

Thuis inenten
Angststoornissen zijn de meest voorkomende mentale problemen in Nederland en wereldwijd. “We moeten nadenken over hoe we deze mensen kunnen voorzien van een coronavaccinatie”, volgens hoogleraar Hendriks. “Net zoals dat gebeurt bij mensen in achterstandswijken waar de vaccinatiegraad laag is. Zij worden met busjes bezocht en thuis gevaccineerd. Een dergelijk systeem kan ook een oplossing zijn voor mensen met een ernstige angststoornis.”