In onzekere tijden, zoals nu tijdens de coronacrisis, piekeren we wat af. Vooral ’s nachts beginnen we te malen. Hoe kan dat? Professor Erik Scherder, klinisch psycholoog en hersenwetenschapper aan de Vrije Universiteit Amsterdam, legt uit. “Dat heeft te maken met twee netwerken in ons brein. Ten eerste het defaultnetwerk. Dat is een soort ontfocusnetwerk op het niveau van ons onderbewustzijn, waarin de creativiteit, het probleemoplossend vermogen en de mate waarin we bewust zijn van onze eigen gedachten, gelegen zijn. In rust gaat het defaultnetwerk ‘aan’. Vandaar dat je vaak onder de douche de beste ideeën krijgt of oplossingen bedenkt.”

“Maar vlak bij het defaultnetwerk in onze hersenen bevindt zich een ander netwerk. Daar liggen bijvoorbeeld zaken als schuldgevoel en zelfreflectie . Die twee netwerken komen bij piekeren met elkaar in contact. De systemen gaan samenwerken. Met andere woorden: het defaultnetwerk zorgt ervoor dat je wat begint te dagdromen, maar koppelt het aan dat andere systeem dat er een negatieve lading aan geeft.”

Scherder: “De reden dat we vooral ’s nachts piekeren heeft een aantal oorzaken. ’s Nachts daalt de bloeddruk, vertraagt de ademhaling en komen er allerlei hormonale processen op gang die ervoor zorgen dat je tot rust komt, zodat je kunt slapen. Ook het brein krijgt rust en dat betekent dat het defaultnetwerk wordt geactiveerd. Contact met het negatieve netwerk ligt dan sneller op de loer. Alles lijkt ’s nachts erger doordat het deel in de hersenen waar onze emoties en gedachten gereguleerd worden, ’s nachts óók minder actief wordt, anders zou je niet kunnen slapen. Dat zorgt ervoor dat de controle op angstgebieden een stuk minder is. De rem is eraf. Daardoor lijken problemen en angsten ’s nachts veel groter dan overdag.” Om de negatieve gedachtestroom een halt toe te brengen is bewegen, bijvoorbeeld door te wandelen in de natuur. “Bewegen is het brein masseren”, volgens Scherder.