Een internationale werkgroep die zich bezighoudt met dwangstoornissen geeft aan dat in coronatijd geneesmiddelen de voorkeur hebben bij de behandeling van cliënten met smetvrees. Prof.dr. Lisbeth Utens en collega’s van het expertisecentrum Dwang, Angst en Tics (dat) van LEVVEL, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, verwonderen zich over dat advies. Zij pleiten ervoor eerst exposure en response interventie (ERP) toe te passen. ‘Wij achten het zinvoller om met cliënten te bespreken wat verstandige maatregelen zijn, zoals de RIVM-richtlijn, en wat ‘teveel van het goede’ is, zoals de dwangrituelen.’
Mensen met smetvrees overschrijden met hun dwanghandelingen vaak de RIVM-richtlijn, ook in situaties waarin besmetting niet op de loer ligt, zoals thuis. Bijvoorbeeld door meermaals per dag meer dan tien minuten hun handen wassen, door langdurig te douchen met grote hoeveelheden shampoo en excessief schoon te maken terwijl er geen andere mensen in huis zijn geweest. Dit zijn vormen van dwang die met ERP afgebouwd kunnen worden. Thuis is ook vaak de context waarin de dwang zich afspeelt en waar er juist met ERP geoefend moet worden.
Bij toename van smetvreesklachten is het juist belangrijker niet te stoppen met ERP. Wanneer bepaalde plekken voor exposure niet worden bezocht, zoals het openbaar vervoer of openbare toiletten, hoeft de behandeling met ERP niet gestopt te worden. Juist het overmatig handen wassen en schoonmaken in de thuissituatie kan worden afgebouwd door middes van ERP. Lisbeth Utens: ‘Het advies om ERP tijdelijk stoppen is wat ons betreft zorgelijk. Naar ons inzicht kan dit advies de voortgang van de behandeling van cliënten met smetvrees belemmeren. De algemene aanbeveling om cliënten met smetvrees als eerste keus farmacotherapie aan te bieden, dus geneesmiddelen, vinden wij onvoldoende onderbouwd. Dit gaat in tegen de algemeen aanvraarde richtlijnen voor de behandeling van kinderen en jongeren met een dwangstoornis. Pas nadat ERP adequaat, voldoende intensief en voor langere tijd is toegepast, met goede inzet van patiënt , gezin en therapeut zonder dat er progressie wordt geboekt is, kan psychofarmaca worden overwogen.’
Geïnteresseerden kunnen het volledige artikel van prof. dr. Lisbeth Utens uit het vaktijdschrift De Psycholoog downloaden.