“Wanneer kom je nu eens naar Amsterdam?” vraagt mijn dochter. Ik weet dat ik het bezoek niet weer kan en wil uitstellen. In een overmoedige bui zeg ik dat ik volgende week kom. Na die moedige toezegging begint het grote piekeren.
Om te beginnen de vraag: “Hoe ik vanuit de provincie naar de hoofdstad zal reizen? Met de trein of met de auto? De trein heeft een hoop nadelen. Bijvoorbeeld: een behoorlijk volle trein zal sowieso het angstmonster wakker maken waarna het gevecht in mijn hoofd zal losbarsten. Verder heb ik niet zelf in de hand wanneer ik kan uitstappen als het angstmonster zijn overwinning ruikt. Toch kies ik dit keer voor de trein.
In het begin valt het nog wel mee. De trein stopt praktisch iedere 10 km bij een plaats en ik zou er dus uit kunnen. De escape! Met die gedachte kan ik het angstmonster nog wel de baas. Gesterkt door de nodige therapieën en de zekerheid van een pilletje in mijn broekzak brengt de trein mij tot Arnhem, waar ik de intercity naar Amsterdam Amstel moet nemen.
Gesterkt met de gedachte dat het eerste traject goed is verlopen, stap ik in de intercity die uiteraard redelijk vol is. Ik vind gelukkig een plaats aan het raam en dat is goed. Naar buiten kijken geeft afleiding en dringt het angstmonster verder terug. Dan denk ik toch: veronderstel dat ik “niet lekker wordt” of dat ik het benauwd krijg, duizelig wordt, steken op mijn borst krijg of ga hyperventileren? Iedereen zal wel zien dat ik een paniekaanval heb. Brullend rent het angstmonster op me af!
Het beest heeft me bijna te pakken als ik onderdelen van het geleerde tijdens de vele therapiesessies naar voren haal. Denk aan je ademhaling! Wat is het ergste wat je nu kan overkomen? Ook pak ik mijn telefoon om een afleidingspel te spelen. Heel langzaam merk ik dat mijn gedachten niet meer aan de haal gaan met de vreselijke scenario’s die ik voor me zag. Het angstmonster loopt langzaam terug naar zijn hok en kijkt af en toe nog achterom. Ik voel me sterker, doordat ik deze aanval heb afgeslagen. Toch weet ik dat het beest constant op me blijft loeren om me aan te vallen.
Gespannen, maar voldaan kom ik aan in Amsterdam. Op naar het volgende avontuur….
Gerrit Bosboom