Over leven in coronatijd
Het was zondag een bijzondere dag! Voor het eerst sinds 2 maanden kwam een van mijn kinderen in mijn huis op bezoek. Met dank aan de verruimde 70+ regel van onze overheid. Nou ja, dank? Ik ben er wat dubbel in. Daar kom ik zo op.
Spatje
Eerst terug naar 12 maart. Een datum die in mijn geheugen gegrift staat. Het was de laatste keer voor lange tijd dat ik buiten wandelde. Weliswaar met dichtgeknepen billen, maar toch.
Iemand praatte in zijn telefoon, terwijl hij op afstand voorbij liep en ik dacht een spatje op mijn gezicht te voelen. Thuis mijn gezicht met zeep gepoetst en gepoetst, maar dat nam het inmiddels aangestoken vuurtje niet weg. Dus besloot ik dat ik vanaf dat moment niet meer verder zou gaan wandelen als mijn tuin. Is het gevaar zo groot? Het hield mij al geruime tijd bezig, dit onzichtbare gevaar. Zeventig jaar en een hart met schade leken mij goede redenen om voorzichtig te zijn. Een verstandig mens vond ik mijzelf. Dat is de ene kant van het verhaal. Of de waarheid. Net hoe je het noemen wilt.
Voorzichtig
De andere kant van deze medaille is mijn angst. Al jaren houdt hij mij op en af gezelschap. En zoals altijd is het bij mij een worsteling over wat reëel is en wat niet, als hij weer een stuk meewandelt. Dat was nu duidelijk! Leeftijd en hart. Hoe voorzichtig moest ik zijn? Niet meer buiten de tuin komen? De boodschappen die gebracht worden als potentieel gevaar zien? Pakketjes maar een paar dagen laten staan? Wat in plastic verpakt is eerst met zeep wassen, om tot ontdekking te komen dat niet alle plastic water dicht is? Reëel of overdrijf ik?
Chaos
Nou ja, in ieder geval kan ik zeggen dat ik er strengere normen op na hou als in de persconferenties aangeraden worden. Maar die normen maken me onrustig. Die normen doen mij vragen of ik mijn handen moet wassen, als ik de yoghurt pak die nu een paar dagen in de koelkast staat. Of als ik een nieuw pakje thee uit de kast pak. Besluit ik die te pakken, dan denk ik daarna ‘wat heb ik nog meer aangeraakt? Dat moet ik ook schoonmaken’. Besluit ik het niet te pakken, dan blijft mijn hoofd lange tijd onrustig. ‘Is dit slim…zal ik toch…nee het kon geen kwaad, dus niet toegeven.’ Het resultaat van beide beslissingen is hoe dan ook chaos in mijn hoofd.
Winst
En dan nog mijn mooie tuin. Ja zeker, die is fijn, maar er is ook een wereld daarbuiten en ik heb geen idee meer hoe het daar is. Dus besluit ik samen met de psycholoog vóór het volgende Zoomgesprek een keer buiten mijn tuin gewandeld te hebben. Precies de avond voor het gesprek loop ik na zes weken een rondje van nog geen 10 minuten. En nóg weet ik niet hoe de wereld er uit ziet. Ik loop alleen maar te scannen. Hoor ik mensen? Zie ik mensen? Waar kan ik dan heen? Mijn psycholoog, niet bang om uitdagende voorstellen te doen, zegt: ‘En nu iedere dag zo’n wandeling’. Ik wil heel graag, dus stem ik er mee in.
Het lukt een heleboel avonden. Winst! Wat een ontwikkeling.
Medemensen
Ik moet alleen wel zeggen, mijn medemensen maken het mij niet makkelijk. Een 14-jarige rent op 20 centimeter afstand langs mij en fietsers fietsen te dicht langs de stoep, waar ik niet verder kan uitwijken. Echt betrouwbaar vind ik ze niet. Met deze onvoorspelbaarheid, het niet kunnen controleren van mijn omstandigheden zoals in mijn huis of tuin, zal ik moeten leren leven. Gaat mij dat makkelijk af? Nee, het is een dagelijks gevecht. Ken jij het gevoel dat je van iemand in je omgeving moe word? Ik wel. Alleen kwam ik tot ontdekking dat er geen ander was om moe van te worden…
Een stap
Zo kom ik dan terug bij die bijzondere zondag met dat dubbele gevoel. Ik ontving eindelijk een van mijn kinderen bij mij thuis op bezoek en het is mij gelukt om mee te gaan in wat een verstandige maatregel heet. Niet mijn eigen normen, maar gewoon de maatschappelijke normen volgen. Het maakte dat ik na afloop een glimlach op mijn gezicht had. Yes, het was gelukt! En tegelijkertijd was ik hartstikke moe. Een mens is een nog groter gevaar als die boodschap of dat pakketje. Maar ik heb weer een stap gezet! Dat is wat ik mij voorhoud in deze strijd, die nog niet gestreden is, maar wel voortgaat. Ook in de wetenschap dat ik daarin niet alleen ben.
Daaf Schild