Fabian Franciscus: ‘Optreden is mijn voornaamste therapie. De bevestiging die ik nu krijg, is fijn’

Fabian Franciscus is cabaretier en autist met een dwang- en fobiestoornis. Hij won het Leeuwarder Cabaret Festival en speelde in de grotere comedy clubs van New York, Berlijn, Stockholm en Londen. Hij was te zien in diverse televisieprogramma’s zoals De Slimste Mens, Spijkers met Koppen en Na het Nieuws. Online ging hij viraal met verschillende cabaretfilmpjes. In Vizier breekt hij een lans voor Mind Positivity….

Interview: Jeroen Mei. Fotografie: Hans Dekker

Jij hebt ASS MCDD. Dat moet je even uitleggen?
‘ASS staat voor autisme spectrum stoornis. Binnen dat spectrum heb ik MCDD, wat staat voor multiple complex development disorder oftewel een meervoudige complexe gedragsstoornis. Mensen met MCDD hebben vaak ook OCD, dus dwang en fobieën. In mijn geval betekent het dat ik last heb van smetvrees, en dat ik dingen in vaste volgordes doe. Het gaat nu veel beter, maar voorheen kon ik wel rustig een uur bezig zijn voor ik de deur achter me dicht trok: alles controleren in huis, de stekkers uit de stopcontacten halen…. Als ik dan weer thuiskom, trek ik andere kleren aan en controleer ik of alles nog zo ligt als toen ik wegging, en dan maak ik alsnog alles nog even schoon. Wat volstrekt idioot is, want er is niemand in mijn kamer geweest. Maar nogmaals, het is wel beter geworden, daarom praat ik er nu ook makkelijker over. Ik kan er zelfs soms om lachen als ik mezelf weer bezig zie; wat ben je nou aan het doen, zeg ik dan tegen mezelf.’

Wat zijn de angsten en fobieën waarmee je kampt?
‘Ik was vroeger bang, en soms nog wel, dat ik plotseling dood zou gaan. Ik heb ook een tijdje angst gehad voor dode dieren, omdat ik bang was dat ze zouden exploderen. Op tv heb ik een keer een dode walvis gezien die door inwendige rotting ontplofte. Ik heb het ook niet op oude gebouwen, uit vrees dat ze instorten. Ik heb een jaar of vijf elke nacht gedroomd dat het pand waarin ik sliep in elkaar zou zakken. Dan vrees ik ook nog voor dingen die uit de lucht kunnen vallen. Op treinstations heb je van die matrixborden die in de lucht hangen. Wie maakt zoiets vast, vraag ik me dan af? Zo’n persoon zal toch ook wel eens een slechte dag hebben!’

Hoe groot is de impact van dit soort dingen op jouw leven?
‘Nou, op een gegeven moment was het wel veel te veel. Toen ben ik ook hulp gaan zoeken. Dat was rond mijn twintigste, ik deed twee studies, rechten en economie, en ging op mezelf wonen. Ik kreeg veel te veel prikkels, waardoor ik ’s nachts ging studeren omdat het overdag te onrustig was. Maar ’s ochtends moest ik wel weer naar de college banken. Ik kreeg amper nog slaap. Toen ben ik gecrasht en heb ik een maand of drie, vier helemaal niks gedaan, en alleen op de bank gelegen. Uiteindelijk heb ik daar cognitieve gedragstherapie voor gekregen en dat heb ik nog steeds. Sindsdien is het wel beter met me gegaan. Ik denk dat dat ook voor een deel aan mezelf ligt; ik ben een vechter en iemand die zichzelf ook een schop onder zijn hol kan geven. Als je in therapie gaat, moet je het vervolgens wel zelf doen. Je hoort wel eens mensen zeggen; de therapie slaat niet aan. Maar je kan niet alles daarvan af laten hangen, je doet het ook zelf. Acceptatie speelt ook een belangrijke rol. Toen ik mezelf en mijn problemen leerde accepteren, heeft dat heel veel verbetering gegeven. Nee, medicatie heb ik nooit geprobeerd, daar ben ik heel erg tegen. Omdat ik niet weet wat ik in mezelf stop als ik pillen slik. Ik ben ook een tijdje bang geweest om dood te gaan van voedsel, laat staan dat je verkeerde medicijnen krijgt waarvan je niet weet wat erin zit!’

Hoe was jouw jeugd? Was het al vroeg duidelijk dat je anders was?
‘Ik ben opgegroeid in Heerhugowaard waar we in een nieuwbouwwijk woonden. Mijn vader was antiekhandelaar en mijn moeder huisvrouw, allebei heel nuchtere mensen. Dat ik geen gewoon kind was, was al vroeg duidelijk, maar dat hebben ze nooit geproblematiseerd. Fabian was gewoon een beetje anders. Dat ik mijn knuffels tot mijn zestiende te eten heb gegeven, daar heb ik ze bijvoorbeeld nooit over gehoord. Ze hebben ook tegen gehouden dat ik naar speciaal onderwijs ging, net zoals ze niet geluisterd hebben naar het lage schooladvies dat ik kreeg. Uiteindelijk ben ik ook naar de universiteit gegaan in plaats van naar het VMBO. Mijn ouders hebben mij nooit het gevoel gegeven dat ik vreemd was. Dat heb ik zelf ook heel lang gevonden; ik vond andere mensen juist vreemd. Gaandeweg ben ik erachter gekomen dat anderen juist mij raar vinden.’

Als je anders bent kun je makkelijk het pispaaltje worden op school?
‘Dat was ik ook, ik ben heel erg gepest op de basisschool en het voortgezet onderwijs. Dat ging best wel ver. Dat ik naar huis fietste, werd opgewacht en klappen kreeg bijvoorbeeld. Ik kon daar echt van in paniek raken omdat ik niet snapte waarom mensen dat doen. Het heeft ook heel veel zelfwoede gegeven. Ik was boos op mezelf omdat ik niet voor mezelf kon opkomen. Je zelfbeeld is op een gegeven moment heel laag. Gelukkig had ik wel altijd mijn eigen magische binnenwereld waarbinnen het prima toeven was. Dat heeft me altijd staande gehouden.’

Als de echte wereld onveilig is, waarvan je een speelbal bent en waarover je geen controle hebt, is dat dan een voedingsbodem geweest voor jouw dwangstoornis?
‘Omdat dwangmatige handelingen een schijngevoel van controle opleveren, bedoel je? Dat zou best kunnen, dat ga ik eens met mijn psycholoog bespreken, haha.’

Uiteindelijk heb je jouw anders zijn kunnen ombuigen naar een meerwaarde?
‘Ja, ik heb ondanks dat aangetaste zelfbeeld wel altijd het idee gehad: als ik echt iets wil, dan kan ik dat. Diep in mij zit blijkbaar toch een basisvertrouwen. Misschien komt dat door dat eigen wereldje of omdat mijn ouders mij wel altijd gestimuleerd hebben. Toen ik tijdens mijn master heel erg geïnteresseerd raakte in comedy, en voor het eerst een comedian op tv zag, dacht ik meteen: dat kan ik ook. Het was meteen een soort obsessie, maar daardoor kreeg ik wel focus en die heb ik nog steeds. Ja, een obsessie kan je ook vleugels geven….’

Op zich klinkt het niet vanzelfsprekend dat iemand met autisme, een dwang- en fobiestoornis, cabaretier wil worden?
‘Nee, haha. Dat denk ik ook niet. Het is misschien best gek als je veel angsten kent om op een podium te gaan staan, dat snap ik. Mensen vragen dat vaker, maar in mijn hoofd werkt het anders. Het podium is echt mijn eigen ruimte, net als mijn binnenwereld, een heel veilige plek waar ik achter het stuur zit. Bovendien zijn theaters heel OCD-vriendelijk, want het is heel overzichtelijk en symmetrisch, met rechte rijen en zo, waar iedereen keurig op zijn stoel blijft
zitten. Vroeger speelde ik wel eens in rommelige jeugdhuizen, waar mensen, op een bankstel konden zitten. Dat vond ik een stuk minder. Soms ben ik in een theater nog wel eens bang dat er een lamp, en die zijn echt heel zwaar, op mijn hoofd kan vallen omdat die misschien wel door een goedbedoelende vrijwilliger is opgehangen.’

Is optreden, je verhaal delen, ook therapeutisch?
‘Ja, optreden is mijn voornaamste therapie. Het is natuurlijk gewoon bewezen dat het helpt om over je problemen te praten. En het is stiekem ook wel fijn, dat dingen die vroeger heel vervelend waren, mensen nu aan het lachen maakt. Dat helpt heel erg, is louterend misschien wel. En inderdaad de wereld heeft zich ook omgedraaid. Was ik vroeger het pispaaltje dat gepest werd, nu moeten mensen een kaartje kopen om mij in het licht te zien staan. Misschien geniet
ik daar stiekem ook wel een beetje van. De bevestiging die ik nu krijg, is fijn. Het is trouwens niet alleen voor mij heilzaam om over mijn problemen te praten; ik krijg het ook terug van mensen die komen kijken en last hebben van dingen. Ook voor hun werkt het louterend om er heel harde grappen over te horen. Maar nu, met corona, en optredens die steeds weer onzeker zijn of ze doorgaan, merk ik wel dat het slechter met me gaat. De tijd die ik aan dwanghandelingen besteed lopen dan weer op.’

Kun je nog iets benoemen waar jij veel aan gehad hebt in het leren omgaan met een niet lichamelijke aandoening?
‘Het belangrijkste is misschien wel vriendjes worden met mezelf. Vroeger was ik heel hard voor mezelf, met een heel laag zelfbeeld en zelfhaat. Dat heb ik gaandeweg kunnen ombuigen. Dat is na acceptatie dat je wat mankeert misschien de volgende stap; jezelf leren omarmen. Dat je aardig bent voor jezelf.’

Op een podium staan en het over dit soort dingen hebben, leidt dat tot meer begrip voor mensen met een aandoening?
‘Ja. Ik noem dat Mind Positivity. Je hebt tegenwoordig Body Positivity. Volle mensen die zeggen: ja, ik ben dik en ik mag er zijn. Maar nog belangrijker is misschien wel dat je geestelijk accepteert wie je bent: ja, ik ben autist, ik heb last van dwang en angsten, maar ik mag er ook zijn. Sterker nog, je mag trots zijn op wie je bent. En het is ook hard nodig dat we daar in openheid over praten, want jezelf geestelijk accepteren is in deze wereld best wel lastig. Je hoort bijna dagelijks in het nieuws dat iemand met een psychische aandoening iemand heeft neergeslagen of weer drie mensen heeft vermoord. Het zijn altijd negatieve berichten. Terwijl dat natuurlijk maar een heel klein deel is van de mensen met een psychische aandoening.

Dan kun je als iemand bent die ook van dingen last heeft, al snel denken; in wat voor groep ben ik beland?!
‘Het positieve verhaal wordt in de media natuurlijk ontzettend weinig belicht. Wat er ook mee te maken heeft, is dat er nog heel veel schaamte is. Ik krijg heel veel reacties als ik iets op social media plaats. Heel veel daarvan zijn privéberichten, omdat mensen toch niet in de openbaarheid durven te treden. Het is dus hoog tijd om werk te maken van Mind Positivity. Want het is ook heel leuk om anders te zijn. Kom maar eens naar mijn show. Ik heb namelijk echt goede verhalen, haha….’

Wist je dat?

Dit interview verscheen als eerst in het magazine de Vizier van de ADF stichting. Wil jij ook op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom angst en dwang en wil je de meest recente interviews en ervaringsverhalen lezen? Dat kan! Help mee als Vriend van de ADF stichting en ontvang Vizier voortaan viermaal per jaar in een neutrale envelop. Of Klik hier om het magazine gratis aan te vragen.

Uitgelezen?

Lees hier ook het interview met neuropsycholoog Erik Scherder waarin hij praat over zijn angsten. Of klik hier voor meer ervaringsverhalen en interviews.