Sabine (21) heeft een gegeneraliseerde angststoornis met trekken van OCD. Dat zorgt ervoor dat ze overmatig piekert en daarmee controle wil houden over haar angsten. Toen het niet meer anders kon, ging ze opzoek naar hulp. Ze kwam erachter dat je angsten minder erg lijken als je ze eenmaal uitspreekt.

‘‘Ik was altijd al een angstig kind. Tijdens het buitenspelen met andere kinderen, was ik was continu aan het nadenken over dingen die er zouden kunnen gebeuren. Ik kon me daar niet van af zetten en op mijn dertiende werd dat gevoel bevestigd. Een familielid overleed plotseling en ik kon niet accepteren dat iemand al zo jong kon komen te overlijden. Er kwam een besef dat iedereen op elk moment dood zou kunnen gaan en daar ging ik extreem over piekeren. Ook vond ik dat ik niet op de juiste manier afscheid had genomen en het schuldgevoel hierover ging enorm diep zitten.’’

‘‘Ik moest continu dingen van mezelf doen om te zorgen dat ik of de mensen om mij heen niet dood zouden gaan. Als ik weg ging, zei ik nog eens extra tegen mijn familie en vrienden dat ik van ze hield. Als er iemand zou overlijden, had ik in ieder geval op de juiste manier afscheid genomen. De woorden ‘ik hou van je’ hadden niet eens een betekenis meer, want het was een dwangmatig middel geworden dat mij controle gaf over mijn angst. Ik was continu bang dat er iets zou gebeuren, zoals een inbraak, een brand of dat iemand zou komen te overlijden. De kans daarop is misschien één op duizend, maar in mijn ogen was het realistisch. Het voelde alsof de rest van de wereld in een waan leefde en ik de enige was die de werkelijkheid onder ogen zag en niet alles voor lief nam.’’

‘‘In je hoofd lijkt alles zwart, maar als je je uitspreekt kun je het relativeren’’

‘‘Er werd een keer bij ons thuis ingebroken en dat zorgde ervoor dat ik ’s avonds niet alleen thuis wilde zijn. Toen het een avond echt niet anders kon, kreeg ik een enorme paniekaanval. Het zweet brak me uit en ik blokkeerde volledig. Dat was het moment dat ik stappen moest ondernemen en om hulp vroeg. Uiteindelijk leerde ik in therapie anders naar het piekeren te kijken. Omdat ik continu angst in mijn lichaam voelde, wilde ik extreem liefdevol zijn voor andere mensen. Ik deed alles om het schuldgevoel te voorkomen en dat ging vaak ten koste van mezelf. Na anderhalf jaar therapie heb ik meer leren te genieten en leef veel meer in het hier en nu. Momenteel krijg ik nog EMDR-therapie en rouwverwerking om alles wat vroeger gebeurd is te verwerken.’’

‘‘Ik voel me soms eenzaam, omdat niet iedereen mijn gedachten begrijpt. Gelukkig steunen mijn familie, vrienden en vriendje mij enorm. Door de stilte te doorbreken en om hulp te vragen, heb ik voor mezelf een stukje rust gecreëerd. Ik heb ooit gelezen dat angst- en dwangklachten heel slecht tegen daglicht kunnen. Als je ze eenmaal uitspreekt, lijken ze direct minder heftig dan je in je hoofd had. Ik probeer vanaf nu altijd alles uit te spreken. Als ik mezelf dan hardop hoor praten, besef ik vaak al gauw dat mijn angsten niet terecht zijn. In je hoofd lijkt alles zwart, maar als je je uitspreekt kun je het relativeren. Ik gun het iedereen om die verlichting te kunnen voelen.’’