‘’Je breekt niet omdat je zwak bent. Je breekt omdat je te lang sterk bent geweest’’
Ervaringsverhaal Monica
Auteur: redactie
Publicatiejaar: 2025
Monica werkte zeventien jaar bij de politie. Ze begon als medewerker intake en service en groeide door tot casusregisseur zorg en veiligheid. In oktober 2021 werd het werk haar te veel en meldde ze zich ziek. Drie weken later trouwde ze met haar huidige man – haar steun en toeverlaat.
Begin 2022 kreeg ze te maken met een reeks ingrijpende gebeurtenissen: in januari overleed haar vader en in april ging ze verhuizen. Eerder werd gedacht dat haar klachten het gevolg waren van stress en een burn-out. Maar Monica voelde dat er iets anders speelde. Ze kreeg in eerste instantie geen gehoor bij de psycholoog. Pas negen maanden later volgde de juiste diagnose: PTSS, als gevolg van haar werk bij de politie.
‘Van een positief, energiek en rustig mens veranderde ik langzaam in een depressief, vermoeid persoon met een uitermate kort lontje.’
Werk bij de politie
Tijdens mijn werk bij de politie kreeg ik te maken met zaken zoals doodsbedreigingen, stalking en huiselijk geweld. Ik was er echt voor de slachtoffers; zij konden mij altijd bellen en dan stond ik voor ze klaar. Voor mijn gevoel zat ik in een soort intercity die steeds maar harder ging. Met de overtuiging ´Ze krijgen mij niet klein, ik laat me niet kisten´ ben ik maar door blijven gaan. In de wijk waar ik werkte, werd ik door bewoners ‘een engel voor de buurt’ genoemd.
Agenda
Het gekke was dat ik in die tijd mijn agenda steeds voller plande. Vrijwilligerswerk, figureren in een film, niets was me te gek en ik vond alles leuk. Achteraf gezien was het een manier om te vluchten voor wat ik echt voelde. Op vrijdagochtend 1 oktober 2021 ging ik thuis achter mijn laptop zitten voor een meeting en ineens lukte het me niet meer. Met tranen in mijn ogen zat ik daar en zei ik tegen mijn man: ‘Ik krijg mijn laptop niet meer open.’ Ik moest bellen naar mijn werk om mij ziek te melden. Wat een afgang vond ik dat. Ik schaamde me en voelde me schuldig. Mijn telefoon dreef in mijn hand, zo erg zat ik te zweten. Kiezen voor mijzelf had ik nooit geleerd.
Toegeven
Van huis uit heb ik meegekregen: ‘Ziek zijn is voor zwakkelingen.’ Dus ik ging altijd maar door. Jarenlang had ik geen enkele ziektedag. Toch merkte ik, al ruim een jaar voordat ik me daadwerkelijk ziek meldde, dat het niet goed ging. Ik sliep slecht, had nachtmerries, herbelevingen, hartkloppingen en paniekaanvallen. Het voelde alsof mijn hoofd vol watten zat. Toch bleef ik me krampachtig staande houden. Heel wonderlijk hoe creatief je dan kunt worden. Zo had ik allerlei trucjes bedacht. Op mijn werk ging ik elke dag om een uur of twee naar een cellengang die leeg stond. Daar zette ik met een collega Leef van André Hazes op en deden we een dansje, gewoon even alles eruit. Daarna liepen we weer doodnormaal de werkvloer op, alsof er niets was gebeurd. Ik had dat echt nodig om het tot het einde van de middag vol te houden.
PTSS
In het begin van mijn ziekteperiode wilde ik helemaal niets. Ik heb eigenlijk alleen maar op de bank gelegen onder een dekentje met de gordijnen dicht, en alle programma’s van StukTV gekeken. Gewoon eerst een periode van absolute rust. Lezen lukte niet en naar buiten gaan was een te grote uitdaging. Ik keerde helemaal in mezelf en kwam in een sociaal isolement. In eerste instantie kreeg ik hulp van een psycholoog voor stress en burn-out klachten. Negen maanden na mijn ziekmelding kwam ik voor het eerst bij de bedrijfsarts. Eerder contact was altijd telefonisch geweest. Nadat ik haar vertelde dat ik de katten op de rand van mijn schutting dood wilde schieten, gewoon omdat ze me in de weg zaten, verwees de bedrijfsarts mij gelijk door naar ARQ (Een Nationaal Psychotrauma Centrum wat mensen, organisaties en samenlevingen helpt om de psychosociale impact van ingrijpende gebeurtenissen te minimaliseren). Ze hadden het vermoeden dat er meer speelde. Na een lange dag van onderzoeken kwam de diagnose: beroepsgerelateerde PTSS. Wat was ik opgelucht, ik was dus niet gek. Ineens viel alles op zijn plek: vandaar dat ik me soms een hoedje schrok als er een lantaarnpaal aanging. Dus daarom sprong ik soms over een hekje in de winkel en liet al mijn spullen staan. En daarom kwamen al die akelige beelden steeds op mijn netvlies.
Therapie
In de loop der jaren heb ik veel therapie gehad waarin vooral veel werd gepraat. Mijn therapeut koos voor de BEPP-methode (een traumagerichte therapie die geschikt is voor mensen die last hebben van PTSS-klachten). Hoewel ik er met open vizier in ging, merkte ik al snel dat deze aanpak niet goed bij mij paste. Het kostte me enorm veel energie en maakte me uiteindelijk therapie-moe. Toch heeft de behandeling na jaren wel effect gehad: mijn klachten zijn minder geworden. Al bleef ik wel last houden van restklachten.
Wie of wat heeft jou geholpen?
Op de eerste plaats mijn lieve man Arnie. Vanaf de eerste dag heeft hij mij ontzettend gesteund. Hij ving me op wanneer ik angstig was of nachtmerries had. Hij is er altijd voor mij. Op mijn vraag hoe hij de kracht weet te vinden, antwoordde hij: “Als je in een rolstoel zou zijn beland, had ik je geduwd. Nu is het PTSS en help ik je waar ik kan.”
Schrijven
Momenteel ben ik bezig met het schrijven van een kinderboek. Daarin speelt een rechercheur met PTSS een belangrijke rol. Zij staat symbool voor mij. Schrijven helpt mij op veel verschillende manieren. Het geeft me ruimte voor emotionele ontlading. Op papier kan ik de gevoelens kwijt die ik niet hardop kan zeggen en het geeft me structuur en inzicht. Schrijven is voor mij een manier om het contact met mezelf te herstellen.
Energie
De PTSS heeft mij van binnen compleet uitgehold. Ik heb er echt jaren over gedaan om mijn energie weer op te bouwen en merk dat ik nog steeds heel moe kan zijn. Wandelen, zeilen, tekenen, fotograferen en het contact met lotgenoten helpen mij hierbij. Een belangrijke plek in mijn herstel is de BNMO in Doorn geweest. Deze organisatie ondersteunt (voormalige) geüniformeerden en hun naasten bij lichamelijk of psychisch letsel. Mijn eerste programma daar was de voorstelling “Het Moet Niet Gekker Worden!”, en sindsdien heb ik meerdere programma’s gevolgd. Elke keer voelde het als een vakantie — niet omdat het niets met mijn trauma’s te maken had, maar omdat er ruimte was voor rust, erkenning en warmte. Iedereen is vriendelijk en betrokken. Je wordt echt in de watten gelegd. Het samen zijn met lotgenoten is zó waardevol. Je hoeft niets uit te leggen — iedereen begrijpt het. Ik heb er onder andere een schrijftraining gevolgd, een week van ‘stress naar ontspanning’, paardencoaching en een creatief weekend. Allemaal op hun eigen manier leerzaam en helend. Ik heb hier zo veel geleerd!
Loopbaantraject
In september 2023 ben ik voor 76% afgekeurd door het UWV. Omdat het net onder de 80% zat, werd er gedacht dat ik nog wel 20 uur per week zou kunnen werken. Er werd in juni 2024 een loopbaantraject gestart. Dat was een groot drama. Ik voelde de druk enorm en dat leidde tot donkere gedachten. In een paar maanden tijd was ik compleet terug bij af. Mijn teamchef ondersteunde mij gelukkig en er is een herbeoordeling aangevraagd. Hierover heb ik nog geen uitsluitsel en het kan ook nog een hele tijd duren. Misschien wel een paar jaar. Ondertussen doe ik vrijwilligerswerk bij Staatsbosbeheer via Stichting Politieveteraan. Het gaat vooral om licht snoeiwerk. Er wordt altijd gestart met koffiedrinken waarbij er wordt geïnventariseerd hoe iedereen erbij zit en waar er behoefte aan is. Soms wordt er alleen een strandwandeling gemaakt.
Wat zou je willen zeggen tegen mensen die nu last hebben van PTSS?
- Het is zwaar en slopend, maar langzaam en met de juiste hulp, steun en erkenning wordt het anders.
- Er werd gezegd ‘Neem de tijd’, maar dat was voor mij heel lastig. Ik dacht er met een paar maanden therapie wel weer bovenop te zijn. Helaas heeft het jaren geduurd voordat ik
- kon zeggen dat het wat beter ging. Ik kan er nu beter mee leven en omgaan, omdat ik dingen sneller doorzie en beter kan hanteren. Accepteren dat alles anders is en het verlies een plaats geven is niet makkelijk.
- Je bent niet alleen, er zijn zoveel mensen die je zullen begrijpen. Zorg dat je ze vindt. Begrip, steun en erkenning van lotgenoten en andere mensen is voor mij heel helpend geweest.
- ‘Je breekt niet omdat je zwak bent. Je breekt omdat je te lang sterk bent geweest.’ Dit was een lief en voor mij heel steunend appje van een lotgenoot.