Welke therapieën worden toegepast bij een dwangstoornis/OCD?
Wanneer je merkt dat dwangklachten je leven gaan beheersen, is het tijd om hulp te zoeken. De huisarts kan je op weg helpen naar de juiste hulp.
Net als dwang is therapie er in vele ‘soorten en maten’. Hier vind je een overzicht van de in Nederland gangbare therapiesoorten. Bij alle soorten therapie geldt dat hierbij ook voorlichting gegeven wordt over dwang/OCD (psycho-educatie). Weten wat dwang is, hoe het werkt en het herkennen ervan helpt om er op een andere manier mee om te gaan. Psycho-educatie is ook belangrijk bij het verminderen van de schaamte die vaak gepaard gaat met obsessies en compulsies. Ook helpt het om de lading van de obsessies te verminderen. De juiste voorlichting vergroot de kans dat de behandeling volledig en met goed resultaat wordt afgerond.
Cognitieve gedragstherapie (CGT)
Kort samengevat richt deze therapie zich op het herkennen en veranderen van negatieve gedachten- en gedragspatronen. Je leert compulsies achterwege te laten en te ervaren dat de gevreesde gevolgen uitblijven. CGT gaat ervan uit dat gedachten, gedrag en gevoelens met elkaar samenhangen. Door te onderzoeken hoe dit verband houdt met je obsessies en compulsies, kun je de vicieuze dwangcirkel leren doorbreken. Een noodzakelijk onderdeel van CGT bij mensen met een dwangstoornis is exposure en responspreventie (ERP), wat inhoudt dat je je angsten en onrust opzoekt zonder compulsies uit te voeren, zie uitleg ERP hieronder.
Exposure en responspreventie (ERP)
Bij ERP worden mensen met OCD onder begeleiding van een therapeut bewust blootgesteld aan hun angsten en onrust (exposure). Je leert om geen dwanghandelingen meer uit te voeren die de onrust moeten wegnemen. (responspreventie). Het aangaan en verdragen van de angst of onrust heeft als doel dat je dit zelf ook weer gaat doen en hiermee terrein terugwint van je dwang. ERP leert je om op een gezondere manier met je angst of onrust om te gaan.ERP kan op verschillende manieren worden toegepast. Bijvoorbeeld door een stapsgewijze benadering of in één keer ‘in het diepe’ te springen (flooding).
Verschil en samenhang tussen CGT en ERP
CGT zou je kunnen beschrijven als een therapie waarbij iemand zijn gedrag, gedachten en gevoelens onderzoekt, terwijl je bij ERP echt dóór de angst of onrust heen gaat. De combinatie van CGT en ERP is de eerste keus bij behandeling van OCD.
Inference-Based Approach (IBA)
IBA is een cognitieve therapie zónder exposure. Aan obsessieve angst of onrust gaat twijfel vooraf. IBA heeft als uitgangspunt deze obsessieve twijfel te onderzoeken. Door IBA leer je op een andere manier naar situaties te kijken waarin dwang speelt. Je leert om weer opnieuw te vertrouwen op je waarneming, zelfkennis en ‘gezond verstand’, net zoals je dat zou doen in een situatie waarin je geen last hebt van OCD. Zodat je niet meer in obsessieve twijfel terecht komt en daarmee dus je dwanghandelingen achterwege kunt laten.
Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
Bij ACT staat centraal dat je op een flexibele manier om leert gaan met nare gevoelens en gedachten, in plaats van ze weg te willen nemen of te bestrijden. Je leert om nare gevoelens en gedachten toe te laten (accepteren) en je tegelijkertijd te richten op wat belangrijk is in het leven. ACT leert je om je gevoelens en gedachten op te merken, er met afstand naar te kijken, ze niet als absolute waarheden te beschouwen, een ander perspectief in te nemen en om je te richten op het hier en nu. ACT helpt je om te zien wat er ís, in tegenstelling tot wat je voorstellingsvermogen je voorhoudt. Je leert te handelen naar je waarden in plaats van te handelen vanuit je dwang. Je vergroot je psychologische flexibiliteit wat helpt om bewust keuzes te maken voor wat je écht belangrijk vindt in het leven.
Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS)
Tijdens een rTMS behandeling worden er door middel van een spoel magnetische impulsen aan de hersenen afgegeven. Dit is geheel pijnloos. Hiermee kan de activiteit van bepaalde hersengebieden actiever of juist minder actief gemaakt worden. Door herhaaldelijk rTMS toe te passen bij mensen met OCD is het mogelijk om dwangklachten te verminderen. rTMS wordt toegepast in combinatie met CGT en ERP om hiermee de effectiviteit van de laatst genoemde therapieën te vergroten. rTMS wordt ingezet bij mensen waarbij eerdere therapievormen en/of medicatie te weinig effect hebben gehad. Let wel op: rTMS wordt nog niet vergoed door alle verzekeraars.
Deep Brain Stimulation (DBS)
Diepe hersenstimulatie is een behandelmethode voor mensen met ernstige OCD, waarbij Cognitieve Gedragstherapie en verschillende soorten medicatie (inclusief antidepressiva en antipsychotica) onvoldoende effect hebben gehad. Bij DBS worden er door middel van een operatie elektroden aangebracht in specifieke hersengebieden die betrokken zijn bij dwangklachten. Hierdoor kan de hersenactiviteit worden aangepast en door het veranderen van de stroomsterkte kan worden onderzocht wat het beste effect heeft op de afname van de dwangklachten. Sinds 2024 is DBS opgenomen in de richtlijn voor behandeling van OCD. Het is een effectieve en veilige behandeloptie welke grote positieve effecten laat zien op herstel en afname van de dwangklachten. DBS kent relatief weinig bijwerkingen. Ook wordt deze behandeling in Nederland vergoed. Bij therapieresistente dwang is DBS zeker het overwegen waard.
Actueel over DBS
Wat vinden patiënten ervan?
De ADF stichting werkt samen met Amsterdam UMC en vele andere deelnemers, o.a. psychiaters van de UMC’s in Nederland en ervaringsdeskundigen, aan een onderzoek naar diepe hersenstimulatie (DBS) bij psychiatrische aandoeningen. Dit onderzoek wordt gefinancierd door ZonMw. In november 2024 is er een vragenlijst uitgezet onder leden van de OCS-focusgroep van de ADF-stichting om te horen hoe zij tegen DBS aankijken.
Zestien mensen hebben de vragenlijst ingevuld. De meesten hebben al meer dan 10 jaar klachten die hun dagelijks leven sterk beïnvloeden. Niet iedereen had eerder gehoord van DBS. De meeste deelnemers hebben nooit met hun behandelaar over DBS gesproken. Over het algemeen zijn de deelnemers positief over de effectiviteit van de behandeling. Tegelijkertijd vinden ze DBS een ingrijpende behandeling en twijfelen ze of het iets voor hen is. Ook hebben ze zorgen over eventuele bijwerkingen. De deelnemers geven aan dat meer informatie en ervaringsverhalen kunnen helpen om een duidelijker beeld te krijgen van wat DBS precies inhoudt. Met deze inzichten willen we beter informatiemateriaal ontwikkelen voor behandelaren en patiënten. Zo kunnen we mensen die mogelijk baat hebben bij DBS beter informeren.