Michael Boogerd: ‘Ik worstelde me met paniekaanval door die tv-uitzending heen’
Oud-wielrenner en sportcommentator Michael Boogerd (51) was het boegbeeld van het wielrennen. In 2013 raakte hij in opspraak na zijn bekentenis dat hij tijdens zijn sportcarrière doping had gebruikt. De moeilijke periode die daarop volgde leidde er in 2018 toe dat hij last kreeg van paniekaanvallen. ‘Ik heb best getwijfeld of ik in Vizier mijn verhaal wilde doen. Maar dit is gewoon een probleem waarmee mensen echt worstelen.’
Interview: Jeroen Mei. Fotografie: Jasper van Bladel.
Hoe begonnen bij jou de paniekaanvallen?
“In het verleden heb ik wel eens last gehad van hyperventilatie en dat heeft raakvlakken. Bij een hyperventilatie-aanval denk je ook dat je doodgaat, net als bij een paniekaanval. Die hyperventilatie heb ik nooit als een signaal opgevat en ik heb daar verder ook niets mee gedaan. Mijn eerste paniekaanval kreeg ik in 2018. Ik was net terug uit Kroatië, waar ik ploegleider was tijdens een wielerwedstrijd. Ik was in één keer teruggereden – 1800 kilometer – en had weinig geslapen. In de auto op weg naar een school, waar ik voor het goede doel iets ging vertellen over wielrennen en fietsen in het verkeer, ging het mis. Ik begon te zweten, werd licht in mij n hoofd, mijn hart sloeg op hol. Een paniekaanval is verschrikkelijk! Maar ik reed gewoon door en heb op die school mijn ding gedaan. Het gekke van een paniekaanval is dat het heel erg in je hoofd zit. Niemand merkt iets aan je, terwijl je zelf denkt dat je doodgaat. Daarna gebeurde het steeds frequenter. Van één keer in de week, tot het op een gegeven moment dagelijks voorkwam. Elke dag leek het erger dan de dag ervoor, al ging het ook altijd weer weg.” en durf te falen.”
Voelde je het opkomen?
“Ja, als ik ergens nerveus over was, of slecht had geslapen, wist ik dat ik een paniekaanval zou krijgen – of de hele dag met een heel naar gevoel rond zou lopen. Als ik ’s avonds een wijntje nam tijdens het eten, ging het vervelende gevoel weg. Ik was blij als de kinderen uit school waren en mijn vrouw ging koken. Dan was het legitiem om een glas in te schenken.”
Besprak je het met je vrouw en je ouders met wie je heel close bent?
“Nee, ik leed voornamelijk in stilte. En ik kon er redelijk mee functioneren. Als ik iedere dag mijn dingen deed was dat ook afleiding waardoor ik me beter voelde. Inderdaad als topsporter kan ik behoorlijk lijden. Je zit natuurlijk uren alleen op de fiets met pijn, niet alleen lichamelijk maar ook geestelijke pijn. Het heeft ook een beetje met mijn opvoeding te maken. Ik weet nog dat mijn vader vroeger altijd zei dat stress niet bestaat. Ik ben best wel stevig opgevoed in een omgeving waarin je niet snel aan de bel trekt met dit soort problemen. ‘Niet zeuren, doorpakken!’ Dan word je ook heel hard voor jezelf. Dat kwam er later in therapie ook wel uit, dat ik niet zo lief was voor mezelf.”
Speelde schaamte ook een rol?
“Ja. Bij voorbeeld tegenover mijn kinderen en mijn vrouw. Darya komt uit de Oekraïne. Dat is een gehard volk dat geleden heeft onder het communisme, die piepen niet snel. Ik ben wel een paar keer met haar naar het ziekenhuis geweest omdat ik tijdens een paniekaanval dacht dat ik iets aan mijn hart had. Alles onderzocht, maar niets aan de hand. Dan kreeg ik een rustgevend middel en dan zakte het. Toen ik op een keer op een zondagavond een Chineesje ging halen en daar een biertje dronk – je mag alcohol niet combineren met rustgevende tabletten – voelde ik me heel raar, echt niet tof. Toen ben ik hulp gaan zoeken. De huisarts schreef antidepressiva voor.”
Waren er ook periodes dat het beter ging?
“Ja, tijdens de lockdown. Dat vond ik een heel fijne periode, want ik hoefde even niet te presteren. Op mijn 35e ben ik gestopt als professioneel wielrenner en voor mijn gevoel ben ik op dat moment ook gestopt met werken. Alles wat ik daarna deed, bij voorbeeld televisie, zag ik niet als werk. Daarom moest ik van mezelf altijd dingen doen, me nuttig maken, anders voelde ik me schuldig. Bij voorbeeld naar mij kinderen toe, die natuurlijk zagen dat ik niet werk. ‘Voed ik ze wel goed op?’ dacht ik dan. Maar tijdens de lockdown werkte niemand en opeens voelde ik me verbonden met iedereen. Ik leefde helemaal op. Omdat ik een eigen bedrijf heb, kreeg ik ook nog centjes uit de compensatieregeling. Ik vergat mijn heftige klachten en stopte met de antidepressiva.”
Hoe ging dat?
“Niet goed, het kwam heel heftig terug. Onderweg naar Hilversum om op televisie een wielerwedstrijd te analyseren, kwam de paniek: ‘Ik kan dit helemaal niet, ik ben hier helemaal niet goed in, ik kán helemaal niet analyseren’. Enorme faalangst. Ik voelde me zo slecht worden dat ik op het punt stond om in de auto af te bellen. Maar ik reed door en heb me met een paniekaanval door die uitzending geworsteld. Nadien belde mijn moeder: ‘Je zag er goed uit, je praatte vlot, wat een leuk optreden!’ Zo totaal anders dan ik me voelde. Ik dacht dat ik gek werd en kapot ging tijdens die uitzending. Toen realiseerde ik me dat ik echt professionele hulp moest gaan zoeken.”
Hoe deed je dat?
“Via Google vond ik een kliniek waar mensen behandeld werden voor drank-, drugsverslaving, depressies, burn-outs, en ook dit. Ik heb me laten ‘opnemen’, wat ik nog altijd een groot woord vind, maar daar kwam het wel op neer. De drempel om dit te doen was heel hoog. Het was moeilijk om te erkennen dat ik het niet alleen kon. Maar ik wilde er gewoon écht vanaf. Mijn vrouw heeft me heel erg gesteund in die beslissing. Zij zag ook dat het zo niet langer ging. Ik kon niet langer de schijn ophouden dat het goed met me ging.”
Hoe zag de behandeling in die kliniek eruit?
“Ik kreeg zeven weken lang individuele en groepstherapie. Ik deed vol overgave mee en heb daar eigenlijk een geweldige tijd gehad waarin ik veel over mezelf leerde. Een van de therapieën was MBT, Metalization Based Treatment. Daarin leer je naar anderen en jezelf te kijken zónder daarbij een oordeel te vormen. Daar heb ik heel veel aan gehad, net als aan Cognitieve Gedragstherapie, waarin je je gedachten leert rechercheren. Ik leerde hoe paniek ontstaat en
hoe je brein werkt. Stap voor stap analyseerden we de gedachten die mij een slecht gevoel gaven en die kunnen escaleren naar paniekgevoelens. Kloppen die negatieve gedachten wel? Trek ik niet te snel een negatieve conclusie? Toen mijn moeder bij voorbeeld borstkanker kreeg, was ze voor mij al meteen dood. Als je heel veel negatieve gedachten en overtuigingen hebt, word je heel gevoelig voor druk en stress en uiteindelijk nekt dat je.”
Je had voorafgaand aan je klachten roerige, stressvolle jaren achter de rug, toch?
“Zeker. Eerst die dopingbekentenis waarna ik heel Nederland over me heen kreeg. Wielrenners uit mijn ploeg die anderen erbij hadden gelapt kregen strafvermindering maar ik heb nooit iemand verraden. Dat voelde als heel onterecht. Door alle stress en commotie rond mijn persoon in die periode kreeg mijn vader een depressie. Daarover voelde ik me heel erg schuldig. Later kwam er ook nog eens kanker bij . En zo waren er nog meer dingen. Al met al lag er veel op mijn bord, dus dat zal de aanleiding zijn geweest van mijn paniekaanvallen.”
Hoe ging het na je verblij f in die kliniek?
“Na mijn verblijf in die GGZ-instelling heb ik nooit meer een paniekaanval gehad. Negatieve gedachten heb ik nog steeds wel eens, ik was altijd al een beetje pessimistisch mens. Dus ik kan niet zeggen dat ik me totaal herboren voelde in 2021. Maar ik heb wel geleerd om anders met dingen om te gaan. Het is nu alsof alles op z’n plaats valt. Ik kan anders naar dingen kijken en makkelijker dingen loslaten en accepteren. Ik ervaar meer rust en kan veel meer van dingen genieten. Ook kan ik mezelf beter uiten, in plaats van alles binnenhouden en alles zelf willen oplossen zoals ik gewend was. Het leven is nu minder een gevecht. Ik doe alles met meer plezier, er is minder ‘moeten’. En ik durf me ook kwetsbaarder op te stellen en vaker ‘nee’ te zeggen. Vroeger was ik bang voor de consequenties of vreesde ik dat ik nooit meer gevraagd zou worden als ik een keer ‘nee’ zei. Maar er is vooral heel vaak begrip.”
Ben je nog met jezelf aan het werk?
“Ja, ik kom eens in de twee à drie weken bij iemand. Het is geen officiële psycholoog maar een vertrouwenspersoon die ik nog ken uit mijn wielertijd en die me kent van haver tot gort. Hij zegt rake dingen tegen me. Ook ben ik net begonnen met ademhalingstherapie. Daarnaast ga ik een acht-weekse training mindfulness doen. Geen tsjakka tsjakka, maar gestoeld op Universitaire basis. Ik doe al dit soort dingen om uiteindelijk mezelf te kunnen coachen, want dat
is waar ik steeds meer naartoe wil. Ik blijf aan mezelf werken.”
WIE IS…?
Michael Boogerd (1972) was van 1994 tot en met 2007 de succesvolste Nederlandse klassementswielrenner. Hij won de Amstel Gold Race, meerdere etappes in de Tour de France en werd driemaal Nederlands kampioen. In 2013 gaf Boogerd toe tijdens zijn wielercarrière doping te hebben gebruikt, wat veel ophef tot gevolg had. Boogerd heeft drie kinderen. Zoon Mikai bij zijn ex-vrouw, voormalig Miss Nederland Nerena Ruinemans en dochters Anais en Coline bij zijn huidige vrouw Darya Nucci, die hij leerde kennen tijdens het SBS programma Sterren dansen op het ijs. Michael woont al ruim twintig jaar in België.
>>Terug naar Ervaringsverhalen en Interviews
Wist je dat?
Dit interview verscheen als eerst in het magazine de Vizier van de ADF stichting. Wil jij ook op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom angst en dwang en wil je de meest recente interviews en ervaringsverhalen lezen? Dat kan! Help mee als Vriend van de ADF stichting en ontvang Vizier voortaan viermaal per jaar in een neutrale envelop. Of Klik hier om het magazine gratis aan te vragen.
Uitgelezen?
Lees hier ook het interview met neuropsycholoog Erik Scherder waarin hij praat over zijn angsten. Of klik hier voor meer ervaringsverhalen en interviews.