Herstel

In juni van dit jaar lanceerde Stichting AanZet, een organisatie in Friesland die zich inzet voor mensen met een psychische en/of sociale kwetsbaarheid, een nieuwe website, genaamd www.rijkvanervaring.nl. Het project Rijk van Ervaring maakt ervaringsverhalen over psychische kwetsbaarheden toegankelijk voor iedereen. Uitgangspunt is dat het delen van je eigen ervaringen niet alleen betekenis geeft aan je eigen verhaal, maar ook ondersteunend werkt voor anderen en maatschappelijk begrip en betrokkenheid bevordert. Dat zijn ook de redenen waarom ik ooit begonnen ben met het schrijven van blogs over mijn leven als ‘dwanger’. De afgelopen jaren heb ik veel reacties ontvangen van mensen die zich herkennen in mijn verhalen en daaruit ook steun putten. Dat stimuleert mij om hiermee door te gaan.

Toen ik van mijn ADF lotgenotenbegeleidster hoorde dat AanZet op zoek was naar mensen die hun ervaringsverhaal wilden delen, hoefde ik daar niet lang over na te denken. Al snel volgde er een oriënterend gesprek met een ervaringsdeskundige. Ik besloot mijn verhaal te delen door middel van een podcast, voor mij iets compleet nieuws. Ik vond het heel spannend, maar uiteindelijk is het een mooie en openhartige podcast geworden, die nu te beluisteren is op www.rijkvanervaring.nl.

De definitie van herstel

Het project Rijk van Ervaring wil mensen dus helpen bij het delen van hun verhaal. De verhalen worden gemaakt aan de hand van de methode ‘de 4 fasen van herstel’, een methode waarmee je inzicht krijgt in je herstelproces. Voor mijn kennismaking met AanZet had ik hier nog nooit van gehoord en dacht ik dat de begrippen herstel en genezing synoniemen waren. De ervaringsdeskundige legde me toen uit dat herstel een veel ruimere betekenis heeft. In het handboek ‘Destigmatisering bij psychische aandoeningen’, dat onder meer gebruikt wordt voor de opleiding tot ervaringsdeskundige, wordt het begrip herstel duidelijk uitgelegd:

“Bij herstellen gaat het om ‘persoonlijke processen van mensen die, ondanks de vaak desastreuze gevolgen van de psychische aandoening, hun leven weer proberen op te pakken. (…) Persoonlijk herstel betekent hoop hervinden en moed verzamelen, het geloof in eigen kunnen herwinnen, een positief zelfgevoel ontwikkelen, een betekenisvol bestaan opbouwen en de regie over het eigen leven terugwinnen. (…) Herstel heeft ook een belangrijke sociale component: cliënten moeten ook herstellen van stigmatisering, sociale uitsluiting en sociaal isolement. Herstel kan alleen succesvol verlopen als de betrokkenen zich daartoe in staat achten, empowered zijn. Empowerment is zowel een noodzakelijke voorwaarde voor, als een beoogd resultaat van een herstelproces. De focus ligt op potentieel en krachten. Op individueel niveau is empowerment een proces van toenemende bewustwording, zelfbeschikking en het ontgroeien van lijdzaamheid en machteloosheid. Op collectief niveau gaat het om een emancipatieproces van mensen met een psychische aandoening.” (Handboek destigmatisering bij psychische aandoeningen, Van Weeghel e.a., Uitgeverij Coutinho Bussum 2016, blz. 34-35)

De 4 fasen van herstel

Om te kunnen bepalen hoe ver je bent in je herstel is het van belang te weten hoe een herstelproces eruit ziet. Het herstelproces wordt ingedeeld in vier fasen, die ik nu zal bespreken.

Fase 1 Overweldiging door de aandoening

Dit is de periode dat je voelt dat er iets niet goed zit. Je voelt je vaak hopeloos, machteloos en eenzaam. Je weet niet meer wat je moet, kunt doen. Vaak trek je je steeds meer terug uit het sociale leven, omdat je op onbegrip stuit en omdat je je omgeving niet tot last wilt zijn. Eigenwaarde of zelfvertrouwen zijn zo goed als weg of bevatten alleen maar negatieve elementen.

Fase 2 Worstelen met de aandoening

Deze fase bestaat voornamelijk uit vechten, worstelen met jezelf. Hoe ga je verder? Ga je verder? De levensvraag is hier het sterkst aanwezig. In deze fase heerst twijfel, acceptatie, onbegrip, verzet tegen de aandoening. Je hebt het gevoel geen grip meer op je leven te hebben, onmacht om er iets aan te doen, en – ook erg belangrijk – in deze fase kan schaamte een rol spelen. Je wilt niet dat de omgeving merkt dat er iets aan de hand is, dus je gaat toneelspelen.

Fase 3 Leven met de aandoening

In deze fase begin je inzicht te krijgen in je aandoening. Het begin van acceptatie en het opbouwen van zelfvertrouwen begint in deze fase vorm te krijgen. Je leert om te gaan met beperkingen, maar ook met de sterke kanten die de aandoening met zich meebrengt. Je wilskracht en vechtlust nemen toe. Je gaat op zoek naar ondersteunende methoden om je te helpen om in controle te blijven. Er komt een stuk rust en je voelt je een stuk beter.

Fase 4 Leven voorbij de aandoening

In deze fase heb je weer levenslust, je kunt weer verder. Er is weer een duidelijke dagstructuur. Je hebt geleerd hoe je met tegenslagen kunt omgaan. Dit is de fase waarin je de rest van je leven zit. Onbewust zal je ook continu bezig zijn met nieuwe ondersteuningsmethoden, je zult veel tegenkomen en om die reden ook veel uitproberen – “wie weet vind ik het prettig en heb ik er wat aan”.

Het is belangrijk om je te realiseren dat het herstelproces geen vastomlijnd proces is, geen rechte lijn. Het is meer een kronkelende, krullende lijn die langzaamaan naar boven loopt. (Bron)

Met deze theorie in het achterhoofd heb ik mijn podcast voorbereid. Het heeft me nog meer inzicht verschaft in mijn leven met dwang.

De vier fasen van herstel en ik

Als ik mijn huidige leven toets aan de vier fasen van herstel, kan ik zeggen dat ik me voornamelijk in fase vier bevind. Ik heb mijn dwang geaccepteerd als iets dat bij mij hoort en waarvoor ik me niet meer hoef te schamen. Ik weet dat mijn dwangstoornis naar alle waarschijnlijkheid is ontstaan als gevolg van mijn traumatische jeugd. Tevens is sprake van een erfelijke component, aangezien mijn vader ook dwang heeft, zij het in een andere vorm. Bij hem bestaat de dwang voornamelijk uit het moeten aanraken van voorwerpen en straatvuil oprapen. Verder weet ik uit ervaring dat stress en vermoeidheid een nieuwe dwangaanval kunnen triggeren. Dus probeer ik dat voor te zijn door trouw mijn medicatie in te nemen, voldoende rust in acht te nemen en een goede dagstructuur te hebben waaraan ik me kan vasthouden. Wanneer ik deze voorzorgsmaatregelen niet neem, dan kan ik er steevast van uitgaan dat de dwang weer gaat opspelen. En ja, als de dwang toch weer opspeelt – ik kan het niet altijd voorkomen – is het een kwestie van wachten totdat deze terugval weer over is. Anders dan vroeger is het tegenwoordig gelukkig niet meer zo dat ik helemaal niet meer kan functioneren wanneer ik last van dwang heb. Ik doe nog gewoon de dagelijkse dingen, al kost het me dan meer energie. Verder ben ik minder spraakzaam en ga ik sociale contacten uit de weg omdat ik dan even tijd voor mezelf nodig heb. Gemiddeld duurt zo’n periode drie weken en dan verdwijnt de dwang weer. De wetenschap dat het maar tijdelijk is, plus het feit dat ik altijd aan de bel kan trekken bij mijn behandelaar wanneer ik een groter steuntje in de rug nodig heb, geven me rust.

Nieuw inzicht

Onlangs heb ik de psychomotorische therapie, waarover ik vertelde in mijn eerdere blogs, met succes afgerond. Volgens mijn therapeut heb ik al veel stapjes in de goede richting gezet. Een van de belangrijkste dingen die ik van hem heb geleerd is dat ik mezelf voorop moet zetten en mijn verantwoordelijkheid voor het welzijn van anderen moet loslaten. Mezelf wegcijferen kan namelijk ook dwang in de hand werken, zo merkte ik een aantal weken geleden. Dit is een gedragspatroon dat bij mij behoorlijk ingesleten is. Dus daar moet ik nog aan werken. Maar al met al ben ik zeer tevreden over hoe het nu met mij gaat.