In mijn vorige blog had ik het erover hoe belangrijk het is om dagelijks stil te staan bij je “innerlijke weertje”. Met andere woorden je stelt jezelf de volgende vragen: hoe voel ik me vandaag, wat gaat er in mijn hoofd om en welke ongemakken voel ik in mijn lijf?
Nou, ik kan jullie zeggen dat het de afgelopen maand niet heel goed gesteld was met mijn mentale weersgesteldheid. Vanuit het niets waren er weer donkere wolken aan mijn horizon verschenen. Na een twee jaar durende zonnige periode waarin ik mijn dwang prima onder controle had, begon ik er nu ineens weer last van te krijgen.
Boosdoener
Normaal kan ik altijd wel achterhalen waar dit door veroorzaakt wordt, bijna altijd is stress de boosdoener, maar deze keer kwam het toch als een zeer onaangename verrassing. Ik weet wel dat ik me grieperig voelde en daardoor wat minder goed in mijn vel zat. Daarbij kwam dat ik weer een poging wilde wagen om van mijn rookverslaving af te komen. Ik vermoed dat deze omstandigheden bij mij tot een terugval hebben geleid. Echter, een duidelijke trigger heeft zich deze keer niet voorgedaan.
Hoge flatgebouwen
Aangezien ik al zo’n lange tijd behoorlijk dwangvrij was, was ik even vergeten hoe ellendig het is om er weer last van te hebben. Nou, ik heb het geweten. Dagelijks gingen er gedachten en beelden door mijn hoofd waarin ik mezelf van een hoge flat bij mij in de buurt naar beneden zag springen. In de loop der jaren heb ik heel wat dwangonderwerpen de revue zien passeren. De angst voor hoge flatgebouwen is daar een van. Mijn dwanggedachten hebben op de een of andere manier altijd met de dood te maken. Ze maken dat ik ga twijfelen aan mezelf en het gevoel krijg dat ik echt in gevaar ben.
Mentale rijtjes
Mijn instinctieve reacties zijn dan ertegen vechten en “gevaarlijke” situaties, zoals in dit geval de hoge flat, uit de weg gaan. Dat vechten bestaat bij mij uit het formuleren van mentale rijtjes in de trant van dat ik dat mijn dierbaren niet mag aandoen. Op die manier probeer ik die vreselijke dwanggedachten uit mijn hoofd te bannen. Dit is natuurlijk een volstrekt nutteloze exercitie, want de dwanggedachten komen dan altijd dubbel zo hard terug. Toch kan ik het niet laten. Sinds dat ik op mijn 14e last begon te krijgen van dwang, al wist ik toen nog niet dat het die naam had, heb ik namelijk nooit anders gedaan. Wanneer de dwang zo prominent aanwezig is, lukt het me gewoon niet om dit ingesleten gedragspatroon te doorbreken. Bijna voortdurend heb ik dan het gevoel dat ik mezelf in veiligheid moet brengen.
Niet aan toegegeven
Dit had de afgelopen maand ook tot gevolg dat ik het lastig vond om bijvoorbeeld bij vrienden langs te gaan, want dan moest ik richting de wijk fietsen waar de bewuste flat stond. Even heb ik overwogen om ze dan maar niet op te zoeken. Achteraf ben ik blij dat ik daar niet aan heb toegegeven, want uiteindelijk heb ik een hele fijne middag gehad. Dan besef je ook maar weer hoe fijn het is om vrienden te hebben bij wie je helemaal jezelf kunt zijn. Ook gedurende de daaropvolgende weken heb ik niet in een hoekje zitten kniezen en ben ik er met mijn partner en hond toch op uit gegaan. Dan pakten we even een terrasje aan het water en genoten we samen met een wijntje van de laatste warme zomeravonden. Ik kan gelukkig goed praten met mijn partner over mijn dwang. Ik hoef me bij haar nergens voor te schamen.
Signaleringsplan
Destijds heb ik met mijn oude behandelaar een signaleringsplan opgesteld waarin staat wat ik moet doen wanneer ik weer een terugval heb. Een van de eerste dingen is dat ik dan contact met hem moet opnemen. Nu was het zo dat mijn dossier een jaar geleden is gesloten, omdat ik geen last meer had van mijn dwang. Dus moest ik eerst weer naar mijn huisarts om een verwijzing te regelen. Gelukkig ging daar niet heel veel tijd overheen en kon ik vrij snel bij mijn oude behandelaar terecht. Mijn behandelaar stelde voor om mijn medicatie op te hogen. Aangezien ik al een vrij forse dosis slik, stond ik niet echt te springen om nog meer in te nemen. Ik wil namelijk niet als een versuft konijn door het leven gaan. Maar de gedachte dat er nog ruimte is om mijn medicatie op te hogen, geeft me al enigszins rust. Na een aantal gesprekken te hebben gehad en een vijftal vragenlijsten te hebben ingevuld, kwamen we tot de conclusie dat ik toch maar eens aan de slag moet met mijn verleden.
Spoken uit het verleden
Het is al eens eerder te sprake gekomen dat mijn onveilige thuissituatie een rol heeft gespeeld bij het ontstaan van mijn dwangstoornis. Aangezien ik geen controle kon uitoefenen op wat er toen om me heen gebeurde, is bij mij dwang ontstaan als een soort van controlemiddel. Daarnaast is het overduidelijk dat de oude stress van vroeger nog steeds in mijn systeem, mijn lijf, zit. Dus daar moet ik wel wat mee. De situatie is nu dat we gaan kijken in welke vorm we de behandeling gaan gieten. Ik sta er positief tegenover. Het wordt tijd om af te rekenen met de spoken uit mijn verleden. Na de gesprekken merkte ik al vrij snel dat mijn dwangklachten begonnen af te nemen. Er ontstond weer ruimte in mijn hoofd voor andere dingen. Ik kan niet beschrijven hoe fijn dat is!
Welkome afleiding
Wat mij gedurende deze periode ook goed heeft geholpen, is het feit dat ik niet ben afgeweken van mijn vaste dagstructuur. De vele huishoudelijke klusjes boden – hoe gek het misschien ook klinkt – een welkome afleiding, evenals het luisteren naar mijn favoriete muziek en mijn hobby schilderen. Het knuffelen en wandelen met mijn hond moet ik daarbij natuurlijk ook niet vergeten.
Terwijl ik mijn ervaringen zo aan het papier toevertrouw, realiseer ik me dat ik best trots op mezelf mag zijn. Eigenlijk zeg ik dit nooit tegen mezelf. Ik ga daar toch maar eens een gewoonte van proberen te maken.